Horizontale verstelling luchtuitblaasrichting
Druk op de SET-toets horizontale verstelling. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt verandert de
richting als volgt:
De functieweergave op het display van de afstandsbediening zal niet veranderen.
Gebruik de luchtrichtingaanpassing binnen de bereiken als hier onder:
22. Swingfunctie
Voordat de swingfunctie wordt geactiveerd moet de airconditioner worden ingeschakeld.
Verticale swingfunctie
Druk op de SWING-toets van de verticale verstelling van de afstandsbediening. Het oranje lampje op
de airconditioner zal gaan branden. In deze stand zullen de luchtuitblaaslamellen automatisch op en
neer bewegen voor een gelijkmatige luchtstroom.
Stoppen van de swingfunctie
Druk opnieuw op de SWING-toets. Het oranje lampje op de airconditioner gaat uit. De luchtuitblaas-
lamellen komen terug in de stand die voor de swingfunctie stond ingesteld.
Bijzonderheden verticale swingfunctie
Het zwenkbereik hangt af van de ingestelde luchtstroomrichting.
Functie
Koelen, ontvochtigen
Verwarmen
Circuleren (1-4)
1
Circuleren (5-7)
1
Tussen haakjes staat de positie van de lamellen voor de swing functie begint.
1
36
Zwenkbereik
1 - 4
3 - 7
1 - 4
3 - 7
RECHTS/LINKS lamellen