Gebruikershandleiding V1.1-2022-11-20
7 Ingebruikname van apparatuur
7�1 Controles vóór inschakelen
Nr�
Het product is stevig geïnstalleerd, op een schone plaats die goed geventileerd is en
1
waar het product gemakkelijk bediend kan worden.
De PE-, DC-ingangs-, AC-uitgangs- en communicatiekabels zijn juist en stevig
2
aangesloten.
3
Kabelbinders zijn intact, en naar behoren en op gelijkmatige afstanden aangebracht.
4
Ongebruikte kabelgaten zijn afgesloten met de waterbestendige moeren.
5
Elektrische-doorvoergaten zijn afgedicht.
De spanning en frequentie op het aansluitpunt voldoen aan de vereisten voor
6
koppeling van de omvormer met het
7�2 Inschakelen
Stap 1: Schakel de AC-stroomkringonderbreker aan de ON-GRID-kant van de omvormer in.
Stap 2: Schakel de AC-stroomkringonderbreker aan de BACK-UP-kant van de omvormer in.
Stap 3: Schakel de accustroomkringonderbreker tussen de omvormer en de accu in.
Stap 4: (Optioneel, alleen voor omvormers uit de ES-reeks) Schakel de DC-schakelaar van de
omvormer in.
07 Ingebruikname van apparatuur
Controle-item
net.
47