Advertenties
Managercode
Met de eerste code (managercode) kan een tweede code
(gebruikerscode) worden toegelaten. Beide codes zijn
onafhankelijk van elkaar te wijzigen (zie 'Code wijzigen').
1. Toelaten gebruikerscode:
Manager code intoetsen (dubbel signaal) en laatste cijfer
ingedrukt houden tot herhaald dubbel signaal (ca. twee sec.).
Cijfer "1" intoetsen (dubbel signaal). Nu toetst de gebruiker
tweemaal zijn code in (beide keren volgt een dubbel signaal). Î
Zowel de managercode als de gebruikerscode kunnen nu het slot
openen. Indien de tweede code niet wordt geaccepteerd (3x
signaal), dan lijkt deze teveel op de eerste code. Kies dan een
nieuwe code.
2. Blokkeren gebruikerscode:
De manager kan de gebruikerscode blokkeren. Managercode
intoetsen (dubbelsignaal), laatste cijfer ingedrukt houden tot
herhaald dubbel signaal. Cijfer "2" intoetsen (enkelvoudig
signaal). De gebruikerscode is nu geblokkeerd. OPNIEUW
TOELATEN: Managercode intoetsen (dubbel signaal), laatste
cijfer ingedrukt houden tot herhaald dubbel signaal. Cijfer "1"
intoetsen (enkelvoudig signaal). De gebruikerscode is weer
actief.
3. Wissen gebruikerscode:
Managercode intoetsen (dubbel signaal), laatste cijfer ingedrukt
houden tot herhaald dubbel signaal. Cijfer "3" intoetsen
(enkelvoudig signaal). De gebruikerscode is nu gewist. Een
nieuwe gebruikerscode kan nu worden toegelaten (zie 1).
4. Test of gebruikerscode is toegelaten:
Managercode intoetsen (dubbelsignaal), laatste cijfer ingedrukt
houden tot herhaald dubbel signaal. Cijfer "1" intoetsen.
Let op het aantal daarop volgende signalen.
1x signaal:
Er is een gebruikerscode toegelaten en actief.
2x signaal:
Er kan een gebruikerscode worden toegelaten
(door tweemaal intoetsen van de code).
3x signaal:
Het toelaten van een gebruikerscode is niet af
fabriek voorbereid (Managermode niet geprogrammeerd).
Wanneer er geen herhaald dubbel signaal volgt bij het ingedrukt
houden van het laatste cijfer, dan is de gebruikerscode ingetoetst
in plaats van de managercode.
Openingsvertraging
Indien af fabriek geprogrammeerd:
Na invoeren van een geldige code (dubbels ignaal) loopt de
vertragingstijd af, herkenbaar aan het per seconde oplichten van
het lampje. Na afloop van de vertragingstijd begint de
openingsperiode, herkenbaar aan het tweemaal per seconde
oplichten van het lampje en een piep iedere tien seconden.
Binnen deze periode moet een geldige code worden ingetoetst om
te openen. Loopt de openingsperiode af zonder dat het slot wordt
geopend, dan is het automatisch weer geheel afgesloten.
Wissen lopende vertraging: willekeurige toets indrukken.
Verlengen lopende vertraging: geldige code intoetsen. De wachttijd
begint dan opnieuw.
Omzeiling openingsvertraging: De tweede code kan direct openen.
(moet geprogrammeerd zijn)
Dubbelcode functie
Indien af fabriek geprogrammeerd:
Om te openen zijn twee codes nodig. Beide codes zijn
onafhankelijk van elkaar te wijzigen. Functie A (Managermode)
vervalt bij de dubbelcode functie. De openingsvertraging (zie B)
kan met één van de codes worden gestart. Binnen de
openingsperiode moeten beide codes worden ingetoetst.
Overvalalarm (stil alarm)
Voor deze optie moet het slot zijn uitgerust met een alarmbox of
blokkeerunit "SP" en af fabriek zijn geprogrammeerd.
Wordt bij het intoetsten van de code het laatste cijfer één hoger
of lager gekozen (+/- 1), dan opent het slot zoals gebruikelijk
(dubbel signaal), maar wordt tegelijkertijd (onmerkbaar) de
alarmbox geactiveerd.
Bijvoorbeeld:
Remote control
Voor deze optie moet het slot zijn uitgerust met een alarmbox of
blokkeerunit "SP".
Volgt na het intoetsen van de codes een zesvoudig signaal, dan is
het slot door de alarmvoorziening (remote control) geblokkeerd
en opent niet. Het alarmsignaal kan wel worden afgegeven.
openingscode: 471147
alarm bij: 471146 of 471148.
Advertenties
