1.1 Introductie
Met behulp van het koppelstuk kunnen de rookgassen van de
Intergas CV-ketel samen met de afgevoerde ventilatielucht van
de Brink WTW-unit door één kanaal (naar buiten) worden af-
gevoerd.
Ook de verbrandingsluchttoevoer naar de CV-ketel en de ven-
tilatielucht naar de WTW-unit kunnen door een gemeenschap-
pelijk kanaal (van buiten) worden toegevoerd. Dit kan via een
Let op!
Het koppelstuk mag alleen worden toegepast met een
Brink WTW-unit Renovent HR Medium, Renovent HR
Small, Renovent Excellent 180 & Excellent 300, Reno-
vent Sky 150 & Sky 300 of Flair 200 & Flair 300 in combi-
natie met één van volgende Intergas CV-ketels:
• Kombi Kompakt HRE 24/18 WTW (Intergas nr. 042778)
• Kombi Kompakt HRE 28/24 WTW (Intergas nr. 042788)
• Kombi Kompakt HRE 36/30 WTW (Intergas nr. 042798)
• Kombi Kompakt HReco 24 WTW (Intergas nr. 041148)
• Kombi Kompakt HReco 30 WTW (Intergas nr. 041358)
• Kombi Kompakt HReco 36 WTW (Intergas nr. 041558)
Deze toestellen zijn voorzien van een rookgasklep en een
speciale branderautomaat met een extra controlefunctie
voor de terugslagklep in het koppelstuk! Toepassing van
elk ander type ketel dan hiervoor genoemd, in combinatie
met het koppelstuk is niet toegestaan!
Toepassingsgebied
• Gestapelde woningbouw
Levering
In de verpakking treft u aan:
• Geïsoleerd koppelstuk
• Installatievoorschrift
Belangrijk!
• De Brink WTW-unit mag onder normale omstandigheden niet worden uitgeschakeld. Zodra de WTW-unit wordt uitgeschakeld
(stekker uit het stopcontact, of via bedieningspaneel) zal de Intergas CV-ketel binnen 2 minuten worden uitgeschakeld en vergren-
deld (foutcode 25, zie "storing").
• Tijdens het reinigen van de filters van de WTW-unit moet deze worden uitgeschakeld. Zodra de WTW-unit weer is ingeschakeld
moet op de reset-knop van de CV-ketel gedrukt worden.
• De toepassing van het koppelstuk moet in de Brink WTW-unit door de installateur worden geactiveerd. Zie "toepassing koppelstuk
CV+WTW activeren".
1.2 Werking
Het koppelstuk is voorzien van een terugslagklep.
Zodra de afvoerventilator van de Brink WTW-unit uit valt, zal
de terugslagklep door de zwaartekracht sluiten. Hierdoor wordt
voorkomen dat er rookgassen en afgevoerde ventilatielucht
van andere verdiepingen in de woning terechtkomen.
De juiste werking van de terugslagklep wordt om de 3 uur au-
tomatisch gecontroleerd (fabrieksinstelling).
Tijdens deze controle worden de afvoer- en toevoerventilator
van de Brink WTW-unit tijdelijk stopgezet en wordt de "gesloten
stand" van de terugslagklep gecontroleerd met behulp van een
sensor. In sommige situaties kan het gebeuren dat de terug-
1 Algemeen
centraal toevoerkanaal in de schacht, mits de inlaat hiervan bij
voorkeur in hetzelfde drukvlak ligt als de uitmonding van het
centrale afvoerkanaal (zie figuur 1) of per verdieping via muur-
roosters (zie figuur 2).
De verbrandingsluchttoevoer naar de CV-ketel en de ventila-
tielucht naar de WTW-unit kunnen ook gescheiden van elkaar
worden aangesloten.
Bij een systeem met individuele luchttoevoer van de WTW
uit de gevel en een centraal afvoerkanaal dient van te vo-
ren contact opgenomen te worden met Brink Climate Sy-
stems voor ontwerpadvies.
Toevoer
uit gevel
slagklep door een windaanval tijdens de controle niet sluit. Dit
is de reden dat de controle om de 3 uur wordt uitgevoerd.
De tijd tussen de controle en de daarop volgende controle
kan worden gewijzigd, (zie "instellen Brink WTW-unit") maar is
maximaal 24 uur.
Indien de controle minimaal 1x per 24 uur met succes is uitge-
voerd zal de CV-ketel gewoon in bedrijf blijven. Als de controle
gedurende de periode van 24 uur niet één keer met succes
is verlopen, zal de CV-ketel worden uitgeschakeld en geblok-
keerd. Er verschijnt foutcode 25 op het display(zie "storing").
Koppelstuk CV + WTW 610750-S
Koppelstuk
CV-
WTW-unit
ketel
Figuur 1: Centrale toe- en afvoer
Koppelstuk
CV-
WTW-unit
ketel
Figuur 2: Alleen centrale toe- en afvoer
Toevoer
Afvoer
Bovenaanzicht
toe- en afvoerkanaal
in schacht
Afvoer
Bovenaanzicht
afvoerkanaal
in schacht
1