nl
Veiligheidsvoorschriften
Als de afwasautomaat onder of boven
▯
andere huishoudapparaten wordt
ingebouwd, dient men de informatie m.b.t.
de inbouw in combinatie met een
afwasautomaat in de montagehandleiding
van de desbetreffende apparaten in acht te
nemen.
Neem bovendien de montageaanwijzingen
▯
van de afwasautomaat in acht om een veilig
gebruik van alle apparaten te waarborgen.
Als er geen informatie beschikbaar is of als
▯
de montagehandleiding niet de gewenste
aanwijzingen bevat, dient u contact op te
nemen met de fabrikant van deze apparaten
om na te gaan of de afwasautomaat boven of
onder deze apparaten kan worden
ingebouwd.
Als het u niet lukt om informatie van de
▯
fabrikant te krijgen, mag u de
afwasautomaat niet boven of onder deze
apparaten inbouwen.
Wanneer u boven de afwasautomaat een
▯
magnetron inbouwt, kan deze beschadigd
raken.
Voor een goede stabiliteit van het apparaat
▯
mogen integreerbare
of onderbouwapparaten alleen onder
een doorlopend werkblad worden
ingebouwd dat aan de kasten ernaast is
vastgeschroefd.
Het apparaat niet in de buurt
▯
van een warmtebron (radiator, boiler, fornuis
of andere apparaten die warmte afgeven)
installeren en niet onder een kookplateau
inbouwen.
Na het plaatsen van het apparaat moet
▯
de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
~ "Elektrische aansluiting" op pagina 43
Bij sommige modellen:
▯
In de kunststof behuizing aan
de wateraansluiting bevindt zich
een elektrisch ventiel. In de toevoerslang
bevinden zich elektrische aansluitleidingen.
De slang niet doorsnijden,
de kunststof behuizing niet in water
onderdompelen.
6
Dagelijks gebruik
Let op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het gebruik
op de verpakkingen van het afwas-
en glansspoelmiddel.
Bij schade
Reparaties en ingrepen mogen alleen door
▯
een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Hierbij mag het apparaat niet op het
elektriciteitsnet zijn aangesloten. De stekker
uit het stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen. Kraan dichtdraaien.
Bij beschadigingen, vooral van het
▯
bedieningspaneel (scheuren, gaten,
afgebroken toetsen), of als de deur niet
goed functioneert, mag het apparaat niet
meer worden gebruikt. De stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen. Kraan dichtdraaien,
klantenservice bellen.
Bij het afvoeren
1.
Het afgedankte apparaat onmiddellijk
onbruikbaar maken om eventuele
ongelukken te voorkomen.
Het apparaat op een milieuvriendelijke wijze
2.
(laten) afvoeren.