Instellingen
3
Tik op VERBINDEN.
• W anneer het apparaat verbinding heeft gemaakt met een Wi-Fi-netwerk, maakt het
elke keer opnieuw verbinding met dat netwerk als het beschikbaar is, zonder dat
een wachtwoord hoeft te worden opgegeven. Om te voorkomen dat het apparaat
automatisch verbinding maakt met het netwerk, selecteert u het in de lijst met
netwerken en tikt u op VERGETEN.
• A ls u geen verbinding met een Wi-Fi-netwerk kunt maken, start u de functie Wi-Fi van uw
apparaat of de draadloze router opnieuw.
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct verbindt apparaten rechtstreeks via een Wi-Fi-netwerk zonder een toegangspunt.
1
Tik op het scherm Instellingen op Wi-Fi en tik vervolgens op de schakelaar om deze functie in te
schakelen.
2
Tik op Wi-Fi Direct.
De gedetecteerde apparaten worden weergegeven.
Als het apparaat waarmee u verbinding wilt maken, niet in de lijst staat, moet u dat apparaat
vragen de Wi-Fi Direct-functie in te schakelen.
3
Selecteer een apparaat om verbinding mee te maken.
De apparaten worden verbonden als het andere apparaat het Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek
accepteert.
Gegevens verzenden en ontvangen
U kunt gegevens, zoals contacten of mediabestanden, met andere apparaten delen. De volgende
handelingen zijn een voorbeeld van het verzenden van een afbeelding naar een ander apparaat.
1
Tik op Galerij op het scherm Apps.
2
Selecteer een afbeelding.
3
Tik op Delen → Wi-Fi Direct en selecteer een apparaat waarnaar u de afbeelding wilt
overzetten.
4
Accepteer het Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek op het andere apparaat.
Als de apparaten al zijn verbonden, wordt de afbeelding verzonden naar het andere apparaat
zonder de procedure voor verbindingsverzoeken.
73