8.5 Servicebeurten
• Eerste servicebeurt na 3 maanden
• Wielen en banden controleren. (Verbogen wielen, spanning van de spaken,
spanning en profiel van de banden.)
• Alle schroefbevestigingen op de fiets controleren.
• Remmen: remblokjes controleren op slijtage – Kabelspanning afstellen –
Remefficiëntie controleren.
• Balhoofd controleren op speling – Stuurpenbevestiging controleren.
• Smeren: ketting schoonmaken en smeren met een geschikt smeermiddel
• Elektrisch systeem: accu 5u opladen – trapsensor schoonmaken met lauw water
en spons – controleren of de elektrische elementen correct functioneren.
• derailleur: controleer of alle versnellingen soepel gevonden worden, indien nodig
afstellen.
• Daarna jaarlijks één volledige servicebeurt.
8.6 Regelmatige controles
Controleer regelmatig de volgende punten :
• Is de accu opgeladen?
• Werken de remmen zoals het hoort? Zitten remblokjes, bouten en moeren goed
vast? Zijn de kabels niet beschadigd? Zijn de remoppervlakken schoon en vetvrij?
Zijn er geen remblokjes versleten?
• Is mijn fiets goed afgesteld? Staan het zadel en het stuur niet boven de maximaal
toegestane stand? Is mijn stuur goed uitgelijnd met het voorwiel?
• Is de spanning van de spaken nog voldoende? Is mijn wiel niet verbogen? Zijn er
geen spaken gebroken? Zit er geen speling op mijn wielen?
• Zijn de banden goed opgepompt? Zijn ze niet versleten?
• Zit de stuurpen goed vast? Zit mijn zadel goed vast?
• Werken de lichten? Ben ik goed zichtbaar in het donker? Zijn de oppervlakken van
de reflectoren schoon? Zijn de reflecterende strips op mijn banden aanwezig en,
zo ja, zijn ze schoon?
• Werkt de trapbekrachtiging naar behoren?
• Werken de versnellingen zoals het moet?
• Is mijn fiets niet toe aan een schoonmaakbeurt?
• Heb ik mijn fiets recent een servicebeurt laten geven?
16