10
4.
Installatie
De EUROPOWER kan in een 19"-rack worden ingebouwd en
neemt twee hoogte-eenheden in beslag. Gebruik vier bevesti-
gingsschroeven en onderlegschijven voor de montage aan de
voorkant. Zorg ook voor ondersteuning aan de achterzijde van
de versterker, vooral bij mobiel gebruik. Zorg ervoor, dat
voldoende koele lucht bij het rack kan komen, vooral wanneer
andere apparaten warme koellucht het rack inblazen. Bij de
EUROPOWER EP2000 en EP4000 wordt opgewarmde
koellucht aan de voorzijde afgevoerd, zodat het rack niet van
binnen verhit raakt.
De snelheid van de ventilator wordt automatisch geregeld,
◊
hetgeen de bedrijfszekerheid waarborgt. Versper in
geen geval de luchtinlaat- c.q. uitlaat-openingen. De
nood-uit beveiliging van de eindtrap voorkomt te hoge
interne temperaturen.
4.1
Aansluitingen
Ingangen
Elk kanaal beschikt over symmetrische XLR- en 6,3-mm
stereoklinkeringangen. De ingangsimpedantie hiervan
bedraagt symmetrisch 20 kΩ en asymmetrisch 10 kΩ.
Symmetrische signalen veroorzaken minder bromproblemen
dan asymmetrische.
Voor symmetrische ingangssignalen gebruikt u de XLR- en
6,3-mm stereoklinkeringangen. Voor asymmetrische
ingangssignalen verbindt u de ongebruikte pin van de XLR-
stekker met de massa. Bij monoklinkerstekkers is geen
verandering noodzakelijk.
Mocht u storende signalen zoals ruis of sissen waarne-
◊
men, dan kunt u het best de versterker-ingang van de
bron afkoppelen. Zo kan worden vastgesteld, of de storing
van voorgeschakelde apparaten afkomstig is. Let er goed
op, de versterking van beide kanalen voor het in bedrijf
stellen heel laag te zetten (GAIN-regelaar helemaal naar
links draaien), omdat uw luidsprekers anders beschadigd
kunnen raken.
EUROPOWER EP2000/EP4000 Gebruiksaanwijzing
Uitgangen
De EUROPOWER heeft meerdere uitgangsaansluitingen: twee
bussen en twee paar tegen aanraking beveiligde schroefklem-
men. De Luidsprekeraansluitingen zijn speciaal ontwikkeld voor
de voeding van hoogvermogensluidsprekers. Hij klikt vast,
voorkomt electrische schokken en zorgt voor de juiste polariteit.
De bovenste bus voert al naar gelang één of twee kanalen en is
zodoende ook geschikt voor de monobrugmodus (1+/2+). De
onderste bus voert uitsluitend de signalen van kanaal 2.
Fig. 4.1: Luidsprekeraansluitingen
Gebruik zo dikke en korte luidsprekerkabels als mogelijk,
◊
om vermogensverliezen te voorkomen. Plaats geen uit-
gangskabels naast ingangskabels.
4.1.1
Het gebruik van de aansluitklemmen
Wilt u de luidsprekerkabels met de aansluitklemmen van de
eindtrap verbinden, ga dan als volgt te werk:
1)
Zet het apparaat uit en de stroomtoevoer af (netstekker
uit het contact halen).
2)
Verwijder de kunststofafdekking die over de aansluitklem-
men zit, door de twee schroeven rechts van de aansluitingen
los te draaien en de afdekking recht naar boven af te nemen.
3)
Bevestig nu de uiteinden resp. de klemschoen van de luid-
sprekerkabels met de overeenkomstige aansluitklemmen.
4)
Zet de kunststofafdekking nu weer loodrecht op de
aansluitklemmen en bevestig de kap met de eerder
losgedraaide schroeven.