Vergrendelende storing
Wanneer het toestel een vergrendelende storing
signaleert dan zal het toestel niet meer functioneren. De
groene led op het Flair toestel knippert continu "Aan"
(0,2 s) en "Uit" (0,2 s).
Bij de Flair user interface wordt het storingssymbool
(sleutel) tezamen met een storingscode weergegeven.
Op de standenschakelaar (indien van toepassing) zal de
rode led knipperen. Het toestel blijft in deze storing
staan totdat het betreffende probleem is opgelost; hierna
zal het toestel zichzelf resetten (Auto reset) en keert het
display van de Flair user interface terug naar de
weergave van de bedrijfssituatie. Neem contact op met
de installateur voor herstel van deze storing.
Een vergrendelende storing is niet op te heffen door het spanningsloos maken van het toestel; eerst dient de
storing te worden verholpen!
Waarschuwing!
Maak bij werkzaamheden in het toestel altijd eerst het toestel spanningsvrij door de
netstekker los te nemen.
In onderstaande tabel zijn de vergrendelende storingen gemarkeerd met een * achter het storingsnummer.
Op het display staat een korte verklaring van deze storingscode. Indien wordt gesproken over de stand "Standby"
van het toestel dan staan beide ventilatoren stil maar is er wel een weergave op het display van Flair user
interface.
Foutcode
Oorzaak
E1000
Zelftest niet goed
E1001 *
Flash memory defect
E1002
EEPROM memory defect
E1011
Gevraagde toevoerdebiet wordt
niet gehaald
E1012
Gevraagde afvoerdebiet wordt
niet gehaald
E1013 *
Temperatuur lucht van buiten te
hoog
E1100 *
Toevoer ventilator defect;
algemene melding
Actie toestel
Geen actie
Indien mogelijk stopt
toestel
Toestel gaat naar
fabrieksinstelling;
ventilatiestand 2
Geen
Geen
Toestel gaat naar standby E.e.a. afhankelijk van situatie:
Toestel gaat naar standby Vervang toevoer ventilator. Storing wordt
Flair 400 615936-B
Actie gebruiker
Vervang basisprint UWA2-B
Vervang basisprint UWA2-B
Schoonmaken c.q. vervangen filters
Controleer of kanalen niet verstopt zijn
Schoonmaken c.q. vervangen filters
Controleer of kanalen niet verstopt zijn
Bij warm weer en een toevoer direct onder de
pannen wachten tot lucht is afgekoeld of een
dakdoorvoer plaatsen i.p.v. doorvoer onder de
pannen. Bij koud weer of wanneer lucht niet van
onder de pannen; het toestel spanningsloos maken
en luchttemperatuur sensor (NTC) vervangen
automatisch gereset wanneer toestel weer op
spanning wordt gezet
Brink / 31