Bediening
Voor het goed functioneren van de MVS-10RH
moeten de volgende voorwaarden in acht
worden genomen.
•
Zorg dat er voldoende lucht kan worden toe-
gevoerd via klapraampjes of toevoerroosters.
•
Indien in Uw woning niet-afsluitbare lucht-
toevoeropeningen zijn aangebracht, stop
deze dan niet dicht en plak ze niet af.
De woonhuisventilator wordt bediend met een
draadloze afstandsbediening.
De automatische stand regelt de ventilatie op
basis van vochtproductie toename.
Voor de installateur
De MVS-10RH bestaat uit een aanzuigplenum
met 3 aansluitopeningen van Ø125 mm, een
ventilatorhuis en een motorplaat met deksel.
De aansluitopeningen zijn voorzien van breek-
platen welke er met een hamer uit geslagen
kunnen worden. Op de motorplaat zijn de
motor en de ontvanger gemonteerd.
4
Installatie
De installatie moet geschieden met zo weinig
mogelijk weerstand in het kanaal.
Flexibele leidingen moeten worden vermeden.
Van de niet gebruikte aanzuigopeningen mag
de breekplaat niet worden verwijderd, tenzij
deze openingen weer voldoende worden
afgedicht conform de veiligheidseisen.
Aan de achterzijde van het aanzuigplenum
bevindt zich een opening ten behoeve van aan-
sluiting direct op de wand of het plafond.
Indien deze aansluiting niet wordt gebruikt
dient hij te worden afgedicht met het meege-
leverde "luchtgeleidingskruis". Dit kan er een-
voudig in worden gedrukt en gedraaid tot het
vast klikt. De montage van het aanzuigplenum
aan de muur of op plafond geschiedt met een
viertal meegeleverde schroeven en pluggen,
vanuit de binnenzijde van het plenum.
Onderhoud bewoner
De bewoner dient er op toe te zien dat de
ventilator 1 keer per jaar door de installateur