De stopwatch schermweergave selecteren
Het volgende overzicht toont hoe u de positie van de rondetijd en de
tussentijd op het stopwatchscherm kunt controleren.
• De ronde/tussentijd indicator maakt gebruik van pijlen om de locatie van
de rondetijd en de tussen(verstreken)tijd aan te geven.
• Als u rood of blauw voor de huidige tijd in de tijdfunctie heeft
geselecteerd, is het middelste gedeelte van het display blauw terwijl een
tussentijd op het display bevroren is, en rood als een rondetijd bevroren
is.
• Als u de stopwatchoperatie start door op A te drukken, worden op het
middelste en onderste gedeelte van het display minuten, seconden en
e
1/100
seconden getoond. Als de op het onderste gedeelte van het display
getoonde tijd groter is dan 60 minuten, verandert de displayweergave
naar uren, minuten en seconden. Als de tijd op het middelste gedeelte
van het display groter is dan 10 uur verandert de displayweergave naar
uren, minuten en seconden.
Over het temposignaal
Het temposignaal van dit horloge geeft in overeenstemming met een door u
ingestelde tempowaarde (snelheid) een signaal. U kunt het temposignaal
gebruiken om tijdens joggen of rennen een constant tempo te handhaven. U
kunt het temposignaal ook uitschakelen als u deze niet wenst te gebruiken.
• De ingestelde tempowaarde geeft het aantal signalen per minuut weer.
• Als u het temposignaal inschakelt geeft het horloge een signaal met de
ingestelde snelheidswaarde.
• U kunt de tempofunctie uitschakelen door een tempowaarde van --- in te
stellen. Als de tempowaarde op --- is ingesteld, berekent het horloge niet
de afgelegde afstand.
De tempowaarde instellen
1. Terwijl het stopwatchfunctiescherm allemaal
nullen (0:00'00"00) toont, hou B ingedrukt
totdat de tempowaarde begint te knipperen, wat
aangeeft dat het tempowaarde instelscherm
geselecteerd is.
2. Druk op C om het temposignaal in te schakelen.
• Elke keer dat u op C drukt schakelt u het temposignaal in (signaal
klinkt) of uit (geen signaal).
3. Gebruik D (+) en A (-) om de tempowaarde te veranderen.
• Elke keer dat u op een knop drukt verandert de tempowaarde in
stappen van 5. U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van
100 tot en met 200.
• Als u op D drukt terwijl de tempowaarde 200 is of op A als deze 100
is, verandert de waarde naar ---.
4. Druk op B om het instelscherm te verlaten.
Het temposignaal in- of uitschalen
Terwijl het stopwatchfunctiescherm niet allemaal nullen toont, hou B
gedurende ongeveer een seconde ingedrukt om het temposignaal in (
getoond) of uit ( niet getoond) te schakelen.
• Elke keer dat u op B drukt wisselt het middelste gedeelte van het display
tussen de rondetijd en de tussentijd.
OPROEPFUNCTIE
Gebruik de oproepfunctie om gegevens die in de
stopwatchfunctie zijn opgeslagen op te roepen en
te verwijderen.
• Stopwatchgegevens worden opgeslagen in
gegevenssets die automatisch worden
aangemaakt door het horloge. Zie "Geheugen
management" voor meer informatie.
• Het titelscherm van de nieuwste gegevensset
verschijnt eerst als u de oproepfunctie selecteert.
• Gegevenssetnummers worden automatisch toegekend in volgorde,
beginnend bij 01.
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de oproepfunctie
die u selecteert door op C te drukken.
Stopwatchgegevens oproepen
In de oproepfunctie, gebruik B om door de gegevensset titelschermen te
bladeren, beginnend vanaf de laatst opgeslagen gegevensset, zoals
hieronder getoond. Als het titelscherm van de gewenste gegevensset
getoond wordt, gebruik D en A om door de gegevens van de gegevensset te
bladeren.
• Het cumulatieve totaalscherm toont de totale afstand vanaf het moment
dat de cumulatieve totaalafstand voor het laatst opnieuw op 0 is
ingesteld.
• De BEST indicatie geeft de gegevens aan met de beste rondetijd van de
opgeslagen gegevenssets.
• Als het horloge is ingesteld voor weergave van de tussentijd op het
middelste gedeelte van het display, wordt de tussentijd op het beste
rondetijd scherm in blauw getoond. Als de rondetijd op het middelste
gedeelte van het display getoond wordt, wordt deze in rood getoond.
• Als de gegevensset met de beste rondetijd automatisch wordt verwijderd
als het geheugen vol is, wordt de BEST indicatie niet veranderd naar de
gegevens met de op een na beste rondetijd. Zie "Geheugen management"
voor meer informatie over automatische verwijdering van gegevens.
• De voor de berekening van de afstand gebruikte meeteenheid hangt af
van de eenheid die u selecteert voor uw stapafstand zoals in de tabel
hieronder getoond. Zie "Basisgegevens invoeren" voor meer informatie.
Een gegevensset verwijderen
1. In de oproepfunctie, toon het titelscherm van de gegevensset die u wilt
verwijderen.
• Zie "Het cumulatieve totaalscherm opnieuw op 0 instellen" hieronder
voor informatie over wat er gebeurt als u het cumulatieve
totaalscherm selecteert.
2. Hou A en D ingedrukt totdat het horloge een lang signaal geeft en CLR
stopt te knipperen op het display.
• Hierdoor wordt de volledige gegevensset verwijderd. Als u een
gegevensset verwijderd, wordt de cumulatieve totaalafstandwaarde
niet gewijzigd.
Het cumulatieve totaalscherm opnieuw op 0 instellen
1. In de oproepfunctie, toont het cumulatieve totaalscherm.
2. Hou A en D ingedrukt totdat het horloge een lang signaal geeft en CLR
stopt te knipperen op het display.
• Hierdoor wordt de cumulatieve totaalafstand op 0 ingesteld, zonder
dat gegevenssets worden verwijderd. Een nieuwe cumulatief totaal zal
beginnen te knipperen bij de volgende stopwatchbediening die u
uitvoert.
BASISGEGEVENS INVOEREN
Basisgegevens invoerfunctie maakt het mogelijk
dat u uw stapafstand en de afstandeenheid. De
stopwatchfunctie gebruikt deze basisgegevens
om tijdens joggen of rennen afgelegde afstanden
te berekenen.
2490-2