INGANGEN EN UITGANGEN
Ingangen:
RT - Kamerthermostaat
OPMERKING: Wordt niet gebruikt voor omgevingsversie van controller
•
Ingang is ingesteld op aansluiten van een extern, spanningsvrij contact of een kamerthermostaat voor aan- en uitschakelen van
verwarmingsuitgangen H1 en H2 volgens de status van de kamerthermostaat
•
Controller reageert op het aangesloten/niet-aangesloten contact op de ingang (aan-/uitschakelen van verwarming), ventilator blijft
normaal draaien
•
Standaardaansluiting: aangesloten contact (elektrische brug)
•
Aangesloten contact = verwarmingsuitgangen H1 of H1 en H2 zijn AAN als verwarming is ingesteld op gebruik
•
Niet-aangesloten contact = verwarmingsuitgangen H1, H2 zijn UIT, zelfs als verwarming is ingesteld op gebruik
DOOR – Deurcontact (kamerthermostaat, externe schakelaar)
•
Ingang is ingesteld op aansluiten van een extern, spanningsvrij deurcontact of kamerthermostaat of externe schakelaar, voor IN-
en UIT-schakelen van ventilatoruitgang en verwarmingsuitgangen.
•
Controller reageert op het aangesloten/niet-aangesloten contact op de ingang DOOR, en schakelt het gehele geregelde product
aan/uit. Nadat de opdracht UIT is ontvangen, is de doorlooptijd van 5 seconden van toepassing en vervolgens wordt het geregelde
product ingesteld op de modus UIT.
•
Standaardaansluiting: niet-aangesloten contact (zonder elektrische brug)
•
Aangesloten contact = product wordt op UIT geschakeld (doorlooptijd is van toepassing)
•
Niet-aangesloten contact = geregeld product draait met vooraf ingestelde ventilatortoerentalwaarde en verwarmingsuitvoer
Uitgangen:
HEAT 1 – H1 (spanningsvrije uitgang op printplaat, verbonden met aansluitklem COM - Relay)
OPMERKING: Wordt niet gebruikt voor omgevingsversie van controller
•
Geregelde verwarmingsapparatuur van het geregelde product is verbonden met aansluitklem H1 - bijv.: 1e trap van verwarming
door contactgever
•
Aansluitklem COM is aangewezen als ingang voor regelsignaal van de verwarming. Maximale belasting van relaiscontact is 230
V/5 A (regelsignaal voor warmte kan worden gebruikt volgens installatiebehoeften, bijv. 24 VAC, 24 VDC, 230 VAC, afhankelijk van
actuatorselectie AAN/UIT)
•
Aansluiting van uitgang H1 wordt behandeld als 1e verwarmingstrap (regelsignaal van contactgever of openingsfase van drieweg-
klep)
•
Uitgang H1 schakelt voedingsled naar aansluitklem COM
Functionaliteit:
•
Uitgang HEAT 1 (H1) is alleen actief wanneer de regelspanning naar de EC-ventilatortoerentaluitgang een waarde van 1,7 V
overschrijdt. (WAARSCHUWING: Zorg dat de geregelde EC-ventilator in het product kan starten vóór het regelsignaal van 1,7 V
om te voorkomen dat de verwarming eerder start dan de ventilator!!!)
•
Uitgang HEAT 1 (H1) is actief bij starten van 1e verwarmingstrap evenals bij start van 2e verwarmingstrap HEAT 2 (H2) = HE-
AT-uitgangen worden in cascade geschakeld
•
Uitgang HEAT 1 (H1) is inactief wanneer kamerthermostaatcontact dat is verbonden met ingang RT KAMERTHERMOSTAAT (RT)
niet is aangesloten.
HEAT2 – H2 (spanningsvrije uitgang op printplaat, verbonden met aansluitklem COM - Relay)
OPMERKING: Wordt niet gebruikt voor omgevingsversie van controller
•
Geregelde verwarmingsapparatuur van het geregelde product is verbonden met aansluitklem H2 - bijv.: 2e trap van verwarming
door contactgever
•
Aansluitklem COM is aangewezen als ingang voor regelsignaal van de verwarming. Maximale belasting van relaiscontact is 230
V/5 A (regelsignaal voor warmte kan worden gebruikt volgens installatiebehoeften, bijv. 24 VAC, 24 VDC, 230 VAC, afhankelijk van
actuatorselectie AAN/UIT)
•
Aansluiting van uitgang H2 wordt behandeld als 2e verwarmingstrap (regelsignaal van contactgever of openingsfase van drieweg-
klep)
•
Uitgang H2 schakelt voedingsled naar aansluitklem COM
Functionaliteit:
•
Uitgang HEAT 2 (H2) is alleen actief wanneer de regelspanning naar de uitgang van de EC-ventilatortoerentalregeling een waarde
van 5 V overschrijdt.
•
Uitgang HEAT 2 (H2) is actief wanneer de 2e verwarmingstrap is geselecteerd en de waarde van het ventilatorregelsignaal de
limiet voor het inschakelen van de 2e verwarmingstrap overschrijdt. Vervolgens wordt uitgang HEAT 2 (H2) geactiveerd. HEAT-uit-
gangen worden in cascade geschakeld; dit betekent dat uitgang H1 actief is wanneer H2 actief is.
•
Uitgang HEAT 2 (H2) is inactief wanneer kamerthermostaatcontact dat is verbonden met ingang RT KAMERTHERMOSTAAT (RT)
niet is aangesloten.
0-10 V/GND VENTILATOR-toerentaluitgang: Aansluitklemmen: 0-10 V/GND (analoge EC-ventilatorregeluitgang)
•
Uitgang is ontworpen voor traploze regeling van EC-ventilatoren over signaalbereik van 0-10 V. Het startvoltageniveau voor de
EC-ventilator moet lager zijn dan of gelijk zijn aan 1,7 V aangezien 1,7 V de waarde is waarbij uitgang Heat 1 wordt geactiveerd.
•
Uitgang Heat 2 wordt geactiveerd wanneer het regelsignaal voor het ventilatortoerental de waarde van 5 V overschrijdt.
•
Het maximumaantal EC-ventilatoren dat op deze uitgang kan worden aangesloten, is 10.
WAARSCHUWING: Zorg dat de geregelde EC-ventilator in het product kan starten vóór het regelsignaal van 1,7 V om te
voorkomen dat de verwarming eerder start dan de ventilator!!!
WAARSCHUWING: Lengte en uitvoering van bekabeling voor regelsignaal voor ventilatortoerental is van invloed op
spanningsval van het signaal van 0-10 V! Meet de spanning van het regelsignaal op de regelingang voor het ventila-
tortoerental op de geregelde ventilator om er zeker van te zijn dat de ventilator start voordat de verwarmingsuitgangen
worden geactiveerd.
2VV. Wij creëren sinds 1995 innovatieve oplossingen voor u en uw bedrijf.
57