NFC-aansluitpunt
Let op dat u de aansluiting niet laat vallen op het Connect Station of er te hard tegen
duwt als u de aansluiting in de buurt van het Connect Station houdt. Dit kan de
ingebouwde harde schijf beschadigen.
Als de aansluiting in een hoes of behuizing zit, kan de verbinding mogelijk niet worden
gemaakt. In dat geval verwijdert u de behuizing en houdt u de aansluiting opnieuw
dicht bij het Connect Station.
Omdat de aansluiting niet direct kan worden herkend, houdt u de aansluiting dicht bij
het NFC-aansluitpunt op het Connect Station terwijl u de aansluiting horizontaal draait.
Er kan mogelijk geen verbinding worden gemaakt wanneer u de aansluiting gewoon
dicht bij het Connect Station houdt. In dit geval raakt u het Connect Station voorzichtig
aan met de aansluiting.
Als het Connect Station drie korte pieptonen geeft en de aan-uitindicator rood knippert,
controleert u of het Connect Station is aangesloten op het access point, de router
enzovoort.
42
Gebruik de terminal om het
1
access point, de router
enzovoort waarop het Connect
Station is aangesloten,
te verbinden.
Houd de aansluiting dicht bij
2
het NFC-aansluitpunt op het
Connect Station.
Houd de n-markering van de
aansluiting die moet worden
verbonden dicht bij het
NFC-aansluitpunt op het
Connect Station.
Het Connect Station geeft twee
korte pieptonen en de Wi-Fi-lamp
knippert tweemaal. Als de
browser op de aansluiting wordt
opgestart en het
aanmeldingsscherm wordt
weergegeven, dan wordt de
communicatie tot stand gebracht
via Wi-Fi, zelfs wanneer de
aansluiting weg van het Connect
Station wordt geplaatst.
Gebruik de aansluiting om
3
u aan te melden bij het
Connect Station.
Selecteer [OK] in het
aansluitingsscherm.
Het albumlijstscherm wordt
weergegeven (pag. 44).