20 |
Probleemoplossing
Probleem
Motor draait niet
Motor verliest vermogen
na een korte looptijd
De richtingindicator blijft
hangen of hapert tijdens
het draaien
Trillingen van de schroef
tijdens werking
Problemen met
verankeringen of koers
Trolling motor verschijnt
niet als een apparaat in de
displayunit
Sonar werkt niet
Hoorbare feedback
Pieptoonpatroon
Beschrijving
De Ankermodus wordt ingeschakeld
De modus Koers vastzetten wordt ingeschakeld
De modus Koers vergrendelen wordt ingeschakeld
De modus Constant AAN wordt ingeschakeld
1 korte pieptoon
Snelheid verhoogd (vanaf afstandsbediening of multifunctioneel
display)
Snelheid verlaagd (vanaf afstandsbediening of multifunctioneel
display)
De Ankermodus wordt uitgeschakeld
De modus Koers vastzetten wordt uitgeschakeld
2 korte pieptonen
De modus Koers vergrendelen wordt uitgeschakeld
De modus Constant AAN wordt uitgeschakeld
Fout. De 3 korte pieptonen worden gevolgd door een specifiek
3 korte pieptonen
pieptoonpatroon dat de fout aangeeft. Raadpleeg "Hoorbare
foutmeldingen" op pagina 21 voor meer informatie.
4 korte pieptonen
Opstarten trolling motor voltooid
2 lange pieptonen
Kalibratie gestart
Bluetooth koppeling uitzenden
3 lange pieptonen
Kalibratie voltooid
Bluetooth koppeling voltooid
Service en onderhoud |
Ghost serie Bedieningshandleiding
Actie
Controleer de accu-aansluitingen op de juiste polariteit.
Zorg ervoor dat de aansluitingen schoon en corrosievrij
zijn. Gebruik fijn schuurpapier of schuurlinnen om de
aansluitingen te reinigen.
Controleer de staat van de accu. Raadpleeg de
aanbevelingen van de acculeverancier.
Controleer of de accuspanning juist is.
Controleer het laadniveau van de accu.
Controleer de voedingskabels en aansluitingen en zorg
ervoor dat de juiste kabeldiameter wordt gebruikt.
Reinig de indicator. Verwijder de indicator door deze los
te wrikken met een schroevendraaier met een platte kop.
Indien nodig voorzichtig doorblazen/reinigen.
Inspecteer de schroef en de schroefas op beschadiging en
vervang ze indien nodig.
Verwijder de schroef en draai deze 180°.
Voer de kalibratie van het kompas en/of de boeg offset uit.
Raadpleeg de installatiehandleiding.
Controleer de NMEA 2000 bedrading.
Zorg dat de juiste bronnen zijn geselecteerd. Raadpleeg
voor meer informatie de documentatie bij uw display.
Controleer de sonarbedrading.
Controleer of de sonar correct is ingesteld op de
compatibele multifunctionele displayunit.