NAUWKEURIGHEIDSCONTROLE & AAN-
PASSEN
CIRKELVORMIGE WATERPAS REGELEN
· Plaats de telescoop op een statief en lijn uit met
de stelschroeven [07]. De luchtbel in de water-
pas [10] moet zich in het midden bevinden.
· Draai de telescoop 180° en kijk of de waterbel
in de waterpas [10] in het midden blijft.
1.
2.
1. De waterbel is nog steeds in het midden:
de waterpas [10] is goed afgesteld.
2. De waterbel is niet meer in het midden:
de waterpas [10] moet bijgesteld worden.
1/2 with
levelling screws
[07]
180°
1/2 with
bubble screws
[11]
– Draai de stelschroeven [07] tot de fout
half verbeterd is.
– Gebruik een inbussleutel om de afstel-
schroeven voor de waterpas [11] te draai-
en tot de waterpas gecentreerd is.
– Draai de telescoop opnieuw 180° en
controleer de waterpas [11].
– Herhaal deze stappen indien nodig,
afhankelijk van de ernst van de fout.
HORIZONTALE LIJN CONTROLEREN
OPMERKING
Ga eerst na of de cirkelvormige waterpas cor-
rect ingesteld is.
· Zet de telescoop op een statief, halfweg tussen
twee meetpunten. De afstand tussen de twee
meetpunten moet ongeveer 30 m zijn. De lucht-
bel in de waterpas [10] moet zich in het midden
bevinden.
7