De kantelbeveiliging is onmisbaar om nauwkeu-
rig te werk te gaan.
GEBRUIK
Druk op de stroomknop [A] om het apparaat te
activeren. Druk op de stroomknop [a] van de
afstandsbediening om die te activeren.
De batterij-indicatoren [M] en de onderste hori-
zontale laserlijn (H2) [02] lichten op.
De aftelprocedure van de zelfnivellering en
kantelbeveiliging start (zie verder in deze hand-
leiding).
OPMERKING
Wanneer de laser en afstandsbediening met
elkaar communiceren, verschijnt een laser- en
afstandsbedieningssymbool alsook de batte-
rij-indicatie van beide in de rechterbovenhoek
van het grafische scherm [10] van de afstands-
bediening [09]. Wanneer er geen verbinding
is tussen de laser en de afstandsbediening,
knippert het lasersymbool op het grafische
scherm [10].
WAT ALS MIJN (NIEUWE) AFSTANDSBE-
DIENING NIET COMMUNICEERT MET MIJN
APPARAAT?
Normaal gezien is de meegeleverde afstands-
bediening gekoppeld met het apparaat. In
uitzonderlijke gevallen of wanneer u de af-
standsbediening moet vervangen, kunt u beide
als volgt koppelen:
1.
Schakel de laser en afstandsbediening in
2.
Druk 3 seconden op de stroomknop [a]
van de afstandsbediening. De kleine af-
beelding van de afstandsbediening begint
te knipperen in de rechterbovenhoek van
het grafische scherm [10].
3.
Houd de V-knop [C] van het apparaat 3
seconden ingedrukt.
4.
Zodra de koppeling is gebeurd, begint het
batterijlichtje [M] te knipperen.
5.
Schakel de laser uit en schakel zowel de
laser als de afstandsbediening opnieuw in
door tweemaal op de stroomknoppen [A,
a] te drukken.
7