SCANFUNCTIE
Met de scanfunctie beperkt u de laserstraal tot
een hoek in plaats van de volledige cirkel van
360°. Dit zorgt voor een lichtintensief segment
dat beter zichtbaar is voor het oog.
Mogelijke hoeken van de scanfunctie: 0°, 10°,
45°, 90° en 180°.
· Druk op de scanknop [G, g] van de afstandsbe-
diening en selecteer de gewenste hoek van de
scanfunctie. Telkens wanneer u op deze knop
drukt, verandert de hoek.
0° - 10° - 45° - 90° - 180° - 0° - 10° - ...
U kunt de positie van het lichtintensieve segment
bewegen door te drukken op de knop naar links
draaien [J, c] of de knop naar rechts draaien
HELLINGSFUNCTIE
Standaard toont de tool een 100% horizontale
en verticale laserstraal. Indien nodig kan de laser
een hellende laserstraal projecteren.
10
Om hellingen in te stellen, moet u een aantal
stappen volgen in de juiste volgorde.
OPMERKING
Onthoud dat zelfnivellering inactief is wanneer
u werkt met de hellingsfunctie.
0 °
10°
45°
90°
180°
HORIZONTALE HELLING, <5°
· Plaats de laser in de horizontale (normale)
positie.
· Plaats de x-as [04] en y-as [05] van de laser
(te zien op de vensterbedekking [15]) exact
evenwijdig aan de richting van de gewenste
helling(en).
[K, b].
· Schakel het apparaat in en wacht tot het water-
pas is.
· Kies een afstand in de richting van de helling
die moet worden ingesteld (bv. 10 m)
< 5°
X- and Y-axis