4.1.4
Periodes
Gebruik periodes om de streefwaarden over de dag te variëren. U kunt per dag
maximaal vier periodes (per zone) instellen.
Om de periodes in te stellen, tikt u onderin het fasescherm op de periode. Het venster
Periodes instellen verschijnt.
Figuur 4-4:
Aan de linkerkant van het venster Periodes instellen kunt u periodes inschakelen.
Hierbij kiest u voor een starttijd gebaseerd op kloktijd of zonsopkomst/-ondergang.
De iconen hebben de volgende betekenis:
Een starttijd op basis van
kloktijd.
Een tijdstip relatief voor
zonsopkomst.
Een tijdstip relatief voor
zonsondergang.
De cirkels aan de rechterkant representeren de tijden van de 24-uurs klok. De
buitenste cirkel geeft de dag (wit) en nacht (zwart) aan. De binnenste cirkel toont de
ingestelde periodes. Iedere periode heeft een gekleurd vak met een nummer erin.
Periodes kunnen elkaar overlappen. Het hoogste periodenummer geldt.
Figuur 4-5:
Een periode instellen, doet u als volgt:
28
Periodes instellen.
Periodes in 24-uurs klok.
HortiMaX-Go!
Een tijdstip relatief na
zonsopkomst.
Een tijdstip relatief na
zonsondergang.