Schakelen met behulp van een PIN-code
Wanneer de centrale in- en uitgeschakeld wordt door middel van het bedieningspaneel, dan
worden hiervoor zogenaamde PIN-codes gebruikt. Een PIN-code is een cijfercombinatie waar-
mee de centrale bediend kan worden. Bij het gebruik van PIN-cod es is het belangrijk om te zor-
gen dat deze PIN-code GEHEIM blijft. Een PIN-code kan bestaan uit 4, 5 of 6 cijfers en is dus
strikt persoonlijk . De installateur heeft van tevoren ingegeven (in overleg met d e gebruiker /
systeembeheerder) of er 4, 5 of 6 cijferige codes gebruikt word en (dit kan dus niet door elkaar,
het is 4, 5, of 6 cijferig). Omdat niet elke gebruiker evenveel mag kunnen doen met de installatie
heeft iedere PIN-code een zogenaamd niveau. Hierbij is niveau 1 het laagste niveau en niveau 5
het hoogste niveau.
Niveau 1 (werkster code): kan alleen de toegewezen sekties met deze code inschakelen. De
sekties zijn gekoppeld, d.w.z. wanneer bijvoorbeeld de sekties A, B en C toegewezen zijn, dan
kunnen deze alleen gelijktijdig ingeschakeld worden. Stond bijv oorbeeld sectie C al ingescha-
keld, dan worden de sekties A en B eveneens ingeschakeld.
Tevens kan funktie 20 ('weergeven van open zones") uitgevoerd w orden.
Niveau 2: Kan de toegewezen sekties in- of uitschakelen. De sekties zijn gekoppeld, d.w.z. wan-
neer bijvoorbeeld de sekties A, B en C toegewezen zijn, dan kun nen deze alleen gelijktijdig in- of
uitgeschakeld worden.
Tevens kan funktie 20 ('weergeven van open zones") uitgevoerd w orden.
Niveau 3: Kan de toegewezen sekties in- of uitschakelen. Er kan gekozen w orden, welke van de
toegewezen sekties geschakeld worden.
Tevens kan funktie 20 ('weergeven van open zones") uitgevoerd w orden.
Niveau 4: Kan de toegewezen sekties in- of uitschakelen. Er kan gekozen w orden, welke van de
toegewezen sekties geschakeld worden. Kan tevens een aantal fun kties uitvoeren (zie hoofdstuk
"Funkties uitvoeren") en zones blokkeren (zie hoofdstuk "Blokkeren van zones").
Niveau 5 systeembeheerder (hoofdgebruiker): Kan alles wat de niveau's 1 t/m 4 kunnen en
tevens nog enkele extra funkties (zie hoofdstuk "Funkties uitvoeren").
De pincode voor de hoofdgebruiker is in de fabriek op 445566 ge p rogrammeerd.
Let op: het uitvoeren van funkties op het LED bedieningspaneel is niet mogelijk!
Bedienen van de centrale onder bedreiging (duress)
Wanneer de installateur de duress mogelijkheid van de centrale geactiveerd heeft is het moge-
lijk om in plaats van de normale PIN-code een zogenaamde duress -code te gebruiken. Hierbij
wordt het laatste cijfer van de normale PIN-code met 1 verhoogd . Was de PIN-code bijvoorbeeld
987654 dan kan ook 987655 gebruikt worden. In dat geval reageert de centrale net alsof de
gewone PIN-code ingetoetst is, er wordt echter direct een speci ale melding verzonden. Dit is
niet zichtbaar op het bedieningspaneel. Wordt een duress code i ngetoetst dan zal de LED TEL
gedurende 15 minuten geblokkeerd zijn. Niemand kan dan aan deze LED zien, dat de
AlphaVision centrale wel telefonisch meldingen doorgeeft.
Paniekmelding
Indien de installateur deze optie heeft geactiveerd bij de inst allatie van de centrale, zal bij het
gelijktijdig intoetsen van de toetsen <*> en <#> een paniekmeld
ing worden gemaakt.
Afhankelijk van de programmering door de installateur zal nu ee n actie plaatsvinden. Een
mogelijke actie zou kunnen zijn het versturen van een melding n aar de meldkamer en/of het
aansturen van een uitgang waardoor een sirene of lamp wordt gea ctiveerd.
PIN-code gekoppeld aan sekties.
De installateur kan in overleg met de gebruiker/systeembeheerde r de centrale onderverdelen in
zogenaamde sekties. Hierbij is het mogelijk om bijvoorbeeld bij woonhuizen de woonverdieping
en de slaapverdieping afzonderlijk in en uit te schakelen. Bij toepassing in bedrijven kunnen bij-
voorbeeld kantoren van het bedrijfspand afzonderlijk in- en uit geschakeld worden.
Gebruikershandleiding voor de AlphaVision 96 centrale
5