Inhoudsopgave
Advertenties
Laadproces
Waarschuwing
Gebruik deze apparaten nooit voor het laden van niet
oplaadbare batterijen. Alleen de in hoofdstuk "Bedoeld
gebruik" opgegeven accutypen laden.
De accu moet bij voorkeur in uitgebouwde toestand worden
geladen.
Is het uitbouwen van de accu niet mogelijk, kan deze tijdens het
laadproces in het voertuig blijven. Houd er hierbij rekening mee
dat de meeste voertuigen een negatieve massa hebben. Hierbij
is de minpool van de accu verbonden met de carrosserie.
In zeldzame gevallen kan er echter sprake zijn van een positieve
massa, waarbij de pluspool van de accu is verbonden met de
carrosserie.
Daarom vóór het gebruik van het laadapparaat de gegevens
over de massa in de gebruiksaanwijzing van het voertuig
raadplegen.
Laadproces in uitgebouwde toestand
1. Klem de rode kabel (2) op de pluspool van de accu.
2. Klem de zwarte kabel (1) op de minpool van de accu.
3. De netstekker van het laadapparaat in het stopcontact
steken.
4. Selecteer de gewenste laadmodus zoals beschreven in het
hoofdstuk Laadmodus instellen.
ð Het laadproces is voltooid zodra de statusindicatie (14)
"FUL" weergeeft. Daarna houdt het laadapparaat de
accu door impulsladen op een accucapaciteit van
95 - 100 %.
5. Controleer de poolklemmen van de accu op vervuilingen en
corrosie en reinig deze indien nodig volgens de gegevens
van de fabrikant.
6. De opgeladen accu inbouwen volgens de
gebruiksaanwijzing van het voertuig.
Let op
Is de accu al na een paar minuten volledig opgeladen,
is de accucapaciteit waarschijnlijk laag. In dat geval
moet de accu worden vervangen.
Laadproces bij negatieve aarding
1. Alle elektrische verbruikers uitschakelen.
Let op
Houd er rekening mee dat het laadproces in
ingebouwde toestand desondanks wordt vertraagd
door actieve gebruikers.
2. Klem de rode kabel (2) op de pluspool van de accu.
3. Klem de zwarte kabel (1) volgens de gebruiksaanwijzing
van het voertuig en uit de buurt van de accu en de
brandstofleiding aan de carrosserie.
4. De netstekker van het laadapparaat in het stopcontact
steken.
8
5. Selecteer de gewenste laadmodus zoals beschreven in het
hoofdstuk Laadmodus instellen.
ð Het laadproces is voltooid zodra de statusindicatie (14)
"FUL" weergeeft. Daarna houdt het laadapparaat de accu
door impulsladen op een accucapaciteit van 95 - 100 %.
Let op
Als de accu al na een paar minuten volledig is
opgeladen, is de accucapaciteit waarschijnlijk laag. In
dat geval moet de accu worden vervangen.
Laadproces bij positieve aarding
1. Alle elektrische verbruikers uitschakelen.
Let op
Houd er rekening mee dat het laadproces in
ingebouwde toestand desondanks wordt vertraagd
door actieve gebruikers.
2. Klem de zwarte kabel (1) op de minpool van de accu.
3. Klem de rode kabel (2) volgens de gebruiksaanwijzing van
het voertuig en uit de buurt van de accu en de
brandstofleiding aan de carrosserie.
4. De netstekker van het laadapparaat in het stopcontact
steken.
5. Selecteer de gewenste laadmodus zoals beschreven in het
hoofdstuk Laadmodus instellen.
ð Het laadproces is voltooid zodra de statusindicatie (14)
"FUL" weergeeft. Daarna houdt het laadapparaat de accu
door impulsladen op een accucapaciteit van 95 - 100 %.
Let op
Als de accu al na een paar minuten volledig is
opgeladen, is de accucapaciteit waarschijnlijk laag. In
dat geval moet de accu worden vervangen.
Laadtijd berekenen
De duur van het laadproces is principieel afhankelijk van de
voorafgaande laadtoestand van de accu. De laadtijd die nodig is
om een lege accu tot 80% op te laden, kan als volgt worden
berekend:
Laadtijd (uur) = accucapaciteit in Ah ÷ laadstroom in A.
Zie hiervoor ook de tabel in het hoofdstuk Toepassingsgebied.
Let op
Is de accu al na een paar minuten volledig opgeladen,
is de accucapaciteit waarschijnlijk zeer laag. In dat
geval moet de accu worden vervangen.
acculaadapparaat PBCS 4A / 6A / 10A
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
