Inhoudsopgave
Advertenties
4
Bedrijfswijzen
4.1
Verwarming
Er zijn 4 bedrijfswijzen van de ketel voor de verwarming: Comfort - Gereduceerd - Automatisch - Beveiliging.
Om één van deze werkwijzen te programmeren gaat u als volg te werk :
Vanuit het hoofdmenu
•
B (tegenwijze van de klok)
B om te registreren of
GEVAL 1
: Het bedieningspanneel is op de ketel geinstalleerd
Door aan knop
B te draaien wordt de aanvoertemperatuur van de ketel geregeld.
BESCHRIJVING VAN DE BEDRIJFSWIJZEN
• Comfort :
de verwarming is altijd actief (weergegeven symbolen)
• Gereduceerd :
de verwarming is gedeactiveerd (weergegeven symbolen)
• Automatisch :
de verwarming is afhankelijk van de ingestelde tijdsperiode(weergegeven symbolen)
• Uit vorstbev. :
de verwarmming is gedeactiveerd
GEVAL 2
: Het bedieningspanneel is aan de muur geinstalleerd
Door aan knop
B te draaien wordt de ruimtetemperatuur van de te verwarmen ruimte geregeld.
BESCHRIJVING VAN DE BEDRIJFSWIJZEN
• Comfort :
de tempreatuur van de te verwarmen ruimte is de comforttemperatuur, de fabriekswaarde is 20°C
(symbolen
• Gereduceerd :
de temperatuur van de te verwarmen ruimte is de gereduceerde temperatuur, de fabriekswaarde is
16 °C (weergegeven symbolen ).
• Automatisch :
de temperatuur van de te verwarmen ruimte is afhankelijk van de ingestelde tijdsperiode
(symbolen
• Uit vorstbev :
de ketel gaat aan als de ruimtetemperatuuronder de 6 °C daalt (weergegeven symbool
Als u tijdens de werking van de ketel in de bedrijfswijze Automatisch aan knop B draait wordt de temperatuur
tijdelijk geregeld. Deze veranderingblijft gelden tot de volgende verandering van de tijdsperiode.
De vorstbeveiliging van de ketel is altijd actief, de ketel gaat aan als de aanvoertemperatuur van het verwarmingswater onder de
5°c daalt. De functie is werkzaam als de stroom naar het toestel ingeschakeld is en als er gas is.
4.1.1 REGELING VAN DE GEREDUCEERDE VERWARMINGSOMGEVINGTEMPERATUUR
Om de omgevingstemperatuur op Gereduceerd in te stellen moet u het volgende doen :
•
C
B «Verwarmingsgroep 1»
•
B programmaregel 712 (Gereduceerde temperatuur), daarna
•
B om de temperatuur te veranderen B
•
C om terug te gaan naar het vorige menu.
De comfortomgevingstemperatuur kan geregeld worden behalve met toets A zoals vermeld in hoofdstuk 3, ook door de
parameter 710 te veranderen zoals hierboven beschreven.
4.2
VAKANTIEPROGRAMMA
Met deze functie kan de gebruiker kiezen welke omgevingstemperatuurwaarde hij tijdens zijn afgwezigheid wil
tijdens de vakantie). De minimum antivries temperatuur of de gereduceerde temperatuur kan ingested
worden(programmaregel 648). Op programmaregel 641 (voorselectie) zijn 8 zijn 8 progammaniveau's beschikbaar Periode
1 genaamd (d.w.z. 8 dagen die op de aan- en uitstand geprogrammeerd kunnen worden). Als deze functie actief is wordt het
symbool
op het display weergegeven.
De procdure die opgevolgd moet worden om de functie te activeren en de tijdsperioden te programmeren is als volgt :
•
C
vakantie VG 1.
•
B Programmaregel 641 («Voorselectie»)
(van 1 tot 8), dan
•
B om de beginperiode in te stellen (642)
in te stellen
B om te bevestigen.
•
Herhaal dezelfde volgorde van de aanwijzingen om ook programmaregel 643 in te stellen (einde periode, de ketel zal
de volgende dag weer werkzaam zijn)
•
Na afloop van de programmering van het begin en het einde van de periode
B
B om de minimum werkingstemperatuur in te stellen, of antivries, of gereduceerd, en
B om te bevestigen.
•
Deze drie stappen herhalen om andere perioden in te stellen of
A
B
Régime CC1
Confort - Gereduceerd - Automatisch - Bescherming
om te verlaten zonder te registreren.
B.
om te bevestigen.
B
programmaregel 642.
B
B om te registreren.
B (de temperatuurwaarde begint te knipperen)
B Periode 1 (knippert)
B om de maand in te stellen
C om terug e gaan naar het vorige menu.
7
instellen(bv
B en kies welke u wilt instellen
B en
B om de dag
B
Programmaregel 648
).
Advertenties
Inhoudsopgave
