Inhoudsopgave
Advertenties
Nr.
Aanduiding
15
Toets Timer
16
Toets Waarde verhogen
17
Toets Waarde verlagen
Toets MODE
18
19
Toets Power
20
Indicatie Verwarming
21
Indicatie
Ventilatornaloopfunctie
22
Weergave Uren /
minuten
23
Weergave Temperatuur Weergave van de actuele
Info
Het display brandt met twee helderheidsniveaus. Het
brandt fel, zodra een van de toetsen op het
bedieningspaneel wordt ingedrukt. Na ca. 15 s zonder
invoer brandt het weer met een geringere helderheid.
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in het hoofdstuk montage en in
gebruik nemen is beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld
kan het worden ingeschakeld.
1. De aan-/uit-schakelaar (7) naar de positie I schakelen.
ð Een akoestisch signaal klinkt.
ð Het apparaat is nu in standby-bedrijf.
ð De ruimtetemperatuur wordt in de weergave
Temperatuur (23) weergegeven.
Info
Het apparaat zal tijdens standby-bedrijf de ingestelde
ruimtetemperatuur onthouden.
NL
Betekenis
Timer-functie in- en
uitschakelen:
1 min tot 24 h in stappen van
1 min
Gewenste ruimtetemperatuur
(15 °C tot 35 °C) resp. aantal
uren en minuten bij timer (1 min
tot 24 uur) instellen
Bedrijfsmodus kiezen:
Comfortbedrijf
Nachtmodus
Spaarmodus (Eco)
Vorstbeveiligingsfunctie
Apparaat inschakelen of
omschakelen naar de standby-
modus
Wordt bij geactiveerde
verwarming weergegeven
Wordt weergegeven bij
geactiveerde ventilatornaloop
Weergave van uren en minuten
tijdens het programmeren van
de timer
Weergave van de resterende
looptijd van de timer
ruimtetemperatuur tijdens
bedrijf
Weergave van de gewenste
ruimtetemperatuur tijdens het
instellen van de temperatuur
verwarmingsblower TFC 220 E
Bedrijfsmodi instellen
Het apparaat beschikt over de volgende bedrijfsmodi:
• Comfortbedrijf
• Nachtmodus
• Spaarmodus (Eco)
• Vorstbeveiligingsfunctie
Ga als volgt te werk voor het inschakelen van de gewenste
bedrijfsmodus:
ü Het apparaat is ingeschakeld.
1. Druk op de toets Power (19).
ð Het display brandt fel en jet bedieningspaneel is
geactiveerd.
2. Druk herhaaldelijk op de toets Mode (18), tot het symbool
van gewenste bedrijfsmodus (9, 10, 11 of 12) verschijnt.
ð Het apparaat start in de gewenste bedrijfsmodus.
Comfortbedrijf
Het apparaat verwarmt automatisch met een hoog
verwarmingsniveau, tot de gemeten ruimtetemperatuur de
gewenste temperatuurmeeteenheid met 2 °C overschrijdt.
Daarna schakelt de verwarming uit.
De indicatie Verwarming (20) wordt niet meer weergegeven.
De Indicatie voor de bedrijfsmodus Comfort (9) wordt nog steeds
weergegeven.
Onderschrijdt de gemeten ruimtetemperatuur de gewenste
temperatuurmeeteenheid met 2 °C, schakelt de verwarming het
hoogste verwarmingsniveau weer in.
Nachtmodus
Het apparaat verwarmt automatisch met een laag
verwarmingsniveau, tot de gemeten ruimtetemperatuur de
gewenste temperatuurmeeteenheid met 2 °C overschrijdt.
Daarna schakelt de verwarming uit.
De indicatie Verwarming (20) wordt niet meer weergegeven.
De Indicatie voor de bedrijfsmodus Nacht (10) wordt nog steeds
weergegeven.
Onderschrijdt de gemeten ruimtetemperatuur de gewenste
temperatuurmeeteenheid met 2 °C, schakelt de verwarming het
lage verwarmingsniveau weer in.
Spaarmodus (Eco)
Het apparaat verwarmt automatisch met een hoog
verwarmingsniveau, als de ruimtetemperatuur onder 16 °C ligt.
Het apparaat verwarmt automatisch met een laag
verwarmingsniveau, als de temperatuur boven 18 °C ligt.
Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld, als de
ruimtetemperatuur boven 21 °C ligt. Deze temperatuur kan niet
worden gewijzigd.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
