Oktober 2019
3.2.7
Kabelwartels
Zorg ervoor dat de geschroefde kabelwartel de kabel veilig afdicht en stevig
genoeg is om binnendringen van water te voorkomen. Ongebruikte
kabelbuis- of kabelingangen moeten worden afgedicht met een stopplug
(blindstop).
3.2.8
Leidingsysteem
Wanneer een leidingsysteem met schroefdraad wordt gebruikt in plaats van
een kabelwartel, moeten de voorschriften van het land worden opgevolgd.
De leiding moet een ½-in. NPT afgeschuinde schroefdraad hebben die past
bij een NPT leidingingang met schroefdraad van de niveauschakelaar en
voldoen aan ANSI B 1.20.1. Ongebruikte leidingingangen moeten stevig
worden gesloten met een metalen stopplug (blindstop).
3.2.9
Aansluitklemmen
Bij het klaarmaken van de kabels voor aansluiting op de aansluitklemmen,
moet de kabelisolatie worden afgestript voor het weergeven van niet meer
dan 0,31 in. (8 mm) van de koperen draden. Controleer altijd dat de voeding
is losgekoppeld of uitgeschakeld om te vermijden dat u in contact komt met
gevaarlijke spanningsvoerende delen.
3.2.10 Relais- en transistorbescherming
Bied bescherming voor relaiscontacten en uitgangstransistors om het
apparaat te beschermen tegen toenames van inductieve belasting.
3.2.11 Statische lading
De Rosemount 2521 moet worden geaard voor het vermijden van opbouw
van statische elektriciteit. Dit is vooral belangrijk voor toepassingen met
pneumatische transportbanden en niet-metalen containers.
Snelstartgids
Snelstartgids
17