Toerenregelaar
5.2
Inbedrijfname
Minimaal toerental instellen
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schokken.
De volgende werkzaamheden moeten bij netspanning plaatsvinden; daarom mogen
deze alleen door een elektro-installateur worden uitgevoerd!
Voor de werkzaamheden alleen geïsoleerd gereedschap gebruiken! Spanningvoe-
rende delen in de omgeving afdekken.
Het minimale toerental moet zo worden ingesteld dat de motor bij de laagste
toerentalinstelling niet stil komt te staan.
Voorwaarden: toerentalinsteller is bedrijfsklaar en de centrale plaat is niet gemon-
teerd.
■
Knop Test (1) indrukken totdat de LED (2) gaat branden.
De actuele bedrijfsmodus blijft gelijk.
Na 45 seconden zonder bediening gaat de LED (2) uit en het apparaat sluit de
instelmodus af. Het minimale toerental blijft ongewijzigd.
■
Draaias (3) kort draaien.
LED (2) knippert. Toerentalinsteller stelt het hoogste instelbare minimale toe-
rental in.
■
Draaias (3) naar links of rechts draaien om het minimale toerental in te stellen.
Houd daarbij rekening met het nalopen van de motor!
■
Instelling opslaan: knop Test (1) korter dan 1 seconde indrukken of
45 seconden niet bedienen.
LED (2) gaat uit. Toerentalinsteller wordt uitgeschakeld.
6
Technische gegevens
Nominale spanning
Netfrequentie
Standby-vermogen
Vermogensverlies
Omgevingstemperatuur
Schakelstroom bij 25 °C
max. motorstroom (Imax)
Verlaging schakelstroom
per 5 °C overschrijding van 25 °C
82404713
J0082404713
6 / 8
AC 230 V ~
50 / 60 Hz
< 0,5 W
max. 4 W
-5 ... +45 °C
60 mA ... 1,8 A
1,8 A
-10%
17.08.2022