aan een hoge partiële zuurstofdruk kunnen
er
vergiftigingsverschijnselen
Deze
verschijnselen
categorieën worden onderverdeeld:
1 - Plotseling optredende effecten als
gevolg van een partiële zuurstofdruk
boven de 1,4 bar. Deze effecten houden
geen verband met langdurige blootstelling
aan
een
hoge
Dergelijke plotselinge effecten kunnen
verschillen en zijn afhankelijk van de exacte
partiële druk op dat moment. Algemeen
wordt een limiet van 1 bar aanvaard; een
aantal opleidingsorganisaties hanteert een
maximale partiële zuurstofdruk van 1,6 bar.
2 - Effecten na langdurige blootstelling
aan een partiële zuurstofdruk van meer
dan 0,5 bar tijdens herhalingsduiken en/
of lange duiken. Dit kan van invloed zijn op
het centrale zenuwstelsel en kan schade aan
longen en andere vitale organen veroorzaken.
Langdurige
onderverdeeld in de ernstigere effecten op
het centrale zenuwstelsel en de minder
gevaarlijke effecten op de longen.
De MANTIS gaat op de volgende manier
om met de effecten van een hoog ppO
langdurige blootstelling:
1 - Plotseling optredende effecten: er is op
de MANTIS een MOD-alarm ingesteld voor
de door de gebruiker ingestelde ppO
Wanneer u het zuurstofpercentage voor
de duik instelt, laat de MANTIS u de
overeenkomstige MOD voor de ingestelde
ppO2max zien. De standaardwaarde van
de ppO2max af fabriek is 1,4 bar. Dit kunt u
wijzigen in een waarde tussen 1,0 en 1,6bar.
U kunt het alarm ook uitschakelen (OFF). In
het hoofdstuk Gasinstellingen leest u meer
informatie over het wijzigen van deze instelling.
2 - Effecten na langdurige blootstelling:
de MANTIS 'traceert' de blootstelling aan
de hand van de CNS O
kunnen zich voordoen als de mate van
blootstelling 100% of hoger is. De MANTIS
geeft een alarm af bij het bereiken van dit
CNS O
-percentage. De MANTIS kan u
2
ook waarschuwen als het CNS O
75% is (zie onder CNS O
O
-klok staat los van de waarde van de
2
ppO
max die de gebruiker heeft ingesteld.
2
De CNS O
2
zuurstofdruk hoger is dan 0,5 bar, en daalt
38
optreden.
kunnen
in
partiële
zuurstofdruk.
blootstelling
kan
worden
-klok. De effecten
2
-niveau
2
= 75%). De CNS
2
-klok stijgt als de partiële
als de partiële zuurstofdruk lager is dan
0,5 bar. Dat betekent dat de CNS O
twee
altijd daalt wanneer u aan de oppervlakte
ademhaalt. Tijdens de duik is de diepte
waarop de 0,5 bar wordt bereikt, afhankelijk
van het gebruikte mengsel. Bijvoorbeeld:
• Lucht: 13 meter
• 32%: 6 meter
• 36%: 4 meter
F
OPMERKING:
zuurstofpercentage 80% of hoger is,
staat de ppO
niet worden gewijzigd.
F
OPMERKING:
langdurige
duiken en duiken met rebreather)
aan een hoge ppO
werken op de longen. Dit kan worden
getraceerd met OTU's (eenheid voor
zuurstofvergiftiging).
adviseert om voor dergelijke duiken de
Galileo TMx te gebruiken.
4.8
Duiken met twee of meer
gasmengsels
De MANTIS is voorzien van het ZH-L8
en
2
ADT MB PMG-algoritme. PMG staat voor
Predictive Multi Gas. Dit wil zeggen dat als
u meer dan één gasmengsel programmeert,
de MANTIS de overschakeling op het gas
max.
2
met een hoger zuurstofpercentage voorspelt
op de diepte die u heeft opgegeven. De
computer waarschuwt u continu in de vorm
van
een
decompressieschema
rekening is gehouden met alle gasmengsels
die u heeft geprogrammeerd. In andere
woorden, u krijgt gedurende de gehele duik
credit voor de extra gasmengsels die u bij
zich heeft. Tegelijkertijd kan de MANTIS u
laten zien wat het decompressieschema zou
zijn als u de duik voltooit met het gasmengsel
dat u op dat moment ademt, zodat u
voorbereid bent op onvoorziene situaties.
WAARSCHUWING
Duiken met meerdere gasmengsels brengt een
hoger risico met zich mee dan duiken met een
enkel gasmengsel. Als u als duiker fouten maakt,
kan dit ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
Let op dat u tijdens een duik met meerdere
gasmengsels altijd ademt uit de cilinder waaruit
u verondersteld wordt te ademen. Als u op diepte
-klok
2
Als
het
max op 1 bar - dit kan
2
Herhaaldelijke
zeer
blootstelling
(technisch
kan toxisch
2
SCUBAPRO
waarbij
GEBRUIKERSHANDLEIDING MANTIS