377/377 FC/378/378 FC
Gebruiksaanwijzing
Meetfuncties
Hieronder wordt ingegaan op de stroomtangfuncties die u kunt
gebruiken om te meten.
XW Waarschuwing
Ga als volgt te werk om mogelijke elektrische
schokken, brand of lichamelijk letsel te
voorkomen:
•
Gebruik de HOLD-functie niet om onbekende
potentialen te meten. Als HOLD is
ingeschakeld, verandert het display namelijk
niet wanneer een andere potentiaal wordt
gemeten.
•
Koppel het netsnoer los en ontlaad alle
hoogspanningscondensatoren voordat u
weerstand, doorgang, capaciteit of een
diodeverbinding meet.
'Display Hold' (bevroren display)
e
Druk op
om de displaywaarde vast te leggen en vast te
houden. Het display blokkeert en knippert . De stroomtang
piept af en toe om u eraan te herinneren dat de meting niet live is.
Als de stroomtang in de HOLD-modus is en een spanning van ±30
V of een spanningsoverbelasting (OL) detecteert, wordt
display weergegeven om aan te geven dat er een gevaarlijke
spanning aanwezig is op de ingang van de stroomtang.
Druk in de HOLD-modus nogmaals op
met actuele meetwaarden te hervatten.
MIN/MAX/AVG-metingen
In de modus voor minimum, maximum en gemiddelde kunnen de
minimale, maximale en gemiddelde aflezingen van een bepaald
uitgangssignaal gedurende een langere periode worden
geregistreerd. De stroommeter geeft een pieptoon wanneer er een
nieuwe hoogste of laagste meetwaarde wordt geregistreerd.
16
Z
op het
e
om de normale werking
Deze functie werkt in de modi voor stroom, spanning en
frequentie:
M
1.
Druk op
om de modus Min/Max/Avg te openen.
De hoogste meetwaarde wordt op het display weergegeven.
M
2.
Blijf op
drukken om te kiezen tussen de maximum-,
minimum-, gemiddelde- en live-meetwaarden.
M
Telkens als u op
drukt, wordt de cyclus verder
doorlopen.
M
3.
Houd
>2 sec. ingedrukt om de modus voor minimum,
maximum en gemiddelde af te sluiten.
Opmerking
Automatisch uitschakelen is altijd uitgeschakeld
wanneer u de functie Min Max Avg gebruikt.
Inschakelstroom
Inschakelstroom is piekstroom die optreedt wanneer een
elektrisch apparaat wordt ingeschakeld. Met de stroomtang kan
deze piekstroom worden geregistreerd. Stroompieken van
motoraandrijvingen zijn een voorbeeld van een dergelijke
gebeurtenis. Met de functie voor inschakelstroom worden
gedurende een periode van 100 ms metingen verricht en op basis
hiervan wordt het stroombereik bij het inschakelen berekend.
De inschakelstroom meten:
1.
Selecteer de meetfunctie (AC-stroom, DC-stroom of iFlex
AC-stroom).
2.
Centreer de bek of iFlex-probe rond de spanningvoerende
draad op het apparaat.
I
3.
Druk op
.
Streepjes worden weergegeven op het display totdat de
stroomtang de inschakelstroom detecteert. Wanneer de
inschakelstroom wordt gedetecteerd, wordt de meting
weergegeven op het display.