Lichtmanagement
Schakel- en dimcommando's geschieden via indrukken van de
toetsvlakken op dimmer, extensieinzetmoduul of draadloze
afstandsbesturing. De universele dimmer werkt volgens het 2-
vlaksprincipe, d.w.z. er is een apart bedieningsvlak voor de dimrichtingen
'lichter' en 'donkerder'. Inschakeling van de verlichtingen geschiedt vi een
lampzuinige softstart. Deze bedieningshandleiding beschrijft de
bedieningsfuncties die mogelijk zijn met het opzetmoduul.
Bediening vanuit ingeschakelde toestand:
Kort indrukken (korter dan 400 ms):
Bedienvlak BOVEN of BENEDEN of gehele vlak: UIT
Langer indrukken (langer dan 400 ms):
Bedienvlak BOVEN: Dimmen van minimum naar maximum helderheid.
Bedienvlak BENEDEN: Inschakelen op minimum helderheid.
Bediening vanuit ingeschakelde toestand:
Kort indrukken (korter dan 400 ms):
Bedienvlak BOVEN of BENEDEN of gehele vlak: UIT
Langer indrukken (langer dan 400 ms):
Bedienvlak BOVEN:
Bedienvlak BENEDEN:
Indrukken van hele bedienvlak (min. 3 s):
De helderheid van dat moment wordt opgeslagen en bij opnieuw
inschakelen (kort indrukken) aangestuurd. De geheugenopslag wordt
door een softstart aangegeven.
3. Installatie-instructies
De universele dimmer inzetmoduul (1) in een schakeldoos conform DIN
49073 monteren (afb. A).
De aansluitklemmen van het inzetmoduul dienen beneden te liggen. De
universele dimmer inzetmoduul uitsluitend in combinatie met een
opzetmoduul gebruiken. Het opzetmoduul (2) samen met het frame (3)
op het inzetmoduul (1) inpluggen. Vooraf-gaand aan het inschakelen van
de voedingsspanning de adapter oppluggen.
Universele dimmer
Art.nr.: 1254 UDE
Verhoging van de lichtsterkte tot maximum
(omhoogdimmen).
verlaging van de lichtsterkte tot minimum
(omlaagdimmen).
Afb. A
2