Pendelslag instellen
De pendelbeweging van het zaagblad kan worden ingeschakeld.
Stand 1 (pendelbeweging aan) maakt een snellere voortgang
van de werkzaamheden mogelijk en stand 0 (pendelbeweging
uit) maakt fijne en zuivere zaagsneden mogelijk.
De optimale pendelstand voor de betreffende toepassing kan
worden bepaald door een praktijktest. Hierbij gelden de
volgende aanwijzingen:
• De pendelslag uitschakelen, om een fijne en zuivere
zaagsnede te bereiken.
• De pendelslag bij het bewerken van dunnere materialen
uitschakelen.
• Werk bij harde materialen met uitgeschakelde pendelslag.
• Bij zachte materialen en bij het zagen van hout in
vezelrichting, kan met ingeschakelde pendelslag worden
gewerkt.
1. Voor het inschakelen van de pendelslag, de
keuzeschakelaar pendelslag (16) in de stand 1 zetten. De
pendelslag kan ook tijdens gebruik worden omgeschakeld.
14
Bediening
Tips en instructies voor de omgang met de reciprozaag
Algemeen:
• Houd de ventilatiesleuven vrij, zodat de motor niet
oververhit raakt.
• Controleer voor elk gebruik of het gereedschap goed
vastzit in de gereedschapopname. Het gereedschap moet
stevig vergrendeld vastzitten in de hiervoor bedoelde
houders in de gereedschapopname.
• Controleer voor elk gebruik of u het juiste gereedschap,
evenals het juiste toerental heeft gekozen voor het
bedoelde gebruik. Met een goede afstemming van het
toerental, geschikt voor de geplande werkzaamheden,
evenals voor het te bewerken materiaal kunnen betere
resultaten worden bereikt.
Zagen:
• Controleer voor het zagen in hout, spaanplaat,
bouwmaterialen, etc. het materiaal op vreemde objecten
zoals spijkers, schroeven, etc. Verwijder de vreemde
objecten eventueel of gebruik een geschikt zaagblad.
• Gebruik uitsluitend onbeschadigde, probleemloze
zaagbladen. Verbogen, stompe of op een andere wijze
16
beschadigde zaagbladen kunnen breken.
• Houd bij het bewerken van lichte bouwmaterialen rekening
met de wettelijke bepalingen en aanbevelingen van de
materiaalfabrikant.
• Gebruik voor het zagen van krappe bochten een smal
zaagblad.
• Raakt het zaagblad klem in het werkstuk, schakel het
elektrisch gereedschap dan onmiddellijk uit. De zaagspleet
moet dan met een geschikt gereedschap iets worden open
gespreid, zodat u het elektrisch gereedschap eruit kunt
trekken.
• Het elektrisch gereedschap inschakelen en het in de
richting van het te bewerken werkstuk bewegen. Plaats de
geleideschoen op het oppervlak van het werkstuk. Het
werkstuk bewerken met een gelijkmatige
voedingssnelheid en aandrukkracht. Na het beëindigen van
de zaagwerkzaamheden het elektrisch gereedschap
uitschakelen.
• Het zaagblad mag niet langer zijn dan nodig is voor de
gewenste zaagsnede.
accu-reciprozaag PRCS 10-20V
NL