10. EERSTE INGEBRUIKNAME
10.1 Voorbereidingen
1. Los de installatie-pomp (URS ELEGANCE ΙΙ ΙΙ ΙΙ ΙΙ ΙΙ MI)
Draai de messing afdichtdop voorop de pomp eraf en
geef met een schroevendraaier een draai aan de as.
2. Vul de installatie door de aanvoerkraan te openen
(LANGZAAM, om drukstoten te voorkomen)
3. Ontlucht de installatie.
Gebruik het ontluchtsleuteltje. Begin bij de laagst-
gelegen radiatoren. Eindig op de bovenverdieping.
Ontlucht tot er geen lucht meer uit komt.
4. Open de retourkraan (LANGZAAM)
5. Controleer de aansluitingen op lekkage
10.2 In bedrijf nemen.
Steek de stekker in het
stopcontact
•
Controleer of alle afsluiters (inclusief de inlaat-
combinatie) zijn geopend.
•
De URS gaat zijn opstartprogramma doorlopen; het
groene LED zal tijdens dit programma knipperen. Een
en ander mag niet langer dan ca. 10 minuten duren
(normaal is 1 a 2 minuten).
Tap geen warm water tijdens het
opstartprogramma
Als het opstartprogramma is doorlopen en het groene
LED niet meer knippert:
•
Creëer warm watervraag en controleer of het toestel
goed in bedrijf komt.
•
Creëer CV-warmtevraag en controleer of het toestel
goed in bedrijf komt. Let op, het toestel zal modulerend
openen voor CV, waardoor de klepopening zeer
langzaam kan verlopen.
10.3 Het toestel afstemmen op de
installatie
Het toestel is reeds ingesteld op de meest voorkomende
CV-installaties. Indien gewenst kan het toestel echter
eenvoudig worden aangepast aan bijzondere situaties.
Inregelen CV-installatie
Om een goed comfort van de gehele CV-installatie te
verkrijgen, dient de installatie ingeregeld te worden.
Controle op inregeling CV-installatie
Om de benodigde warmte op de juiste manier in de
woning te verdelen, dienen de radiatoren nauwkeurig
ingeregeld te worden. Vooral bij de URS OPT (zonder
pomp) is het van essentieel belang dat de inregeling
juist is uitgevoerd. Agpo adviseert om in alle ruimten,
behalve de ruimte met kamerthermostaat,
thermostatische radiatorventielen te plaatsen. De
inregeling kan als volgt gecontroleerd worden:
De klepmotoren van de URS die-
nen dicht gestuurd te worden bij
aanvang. Dit gebeurt door de
connector onder het toestel te ver-
wijderen. Neem de mantel van het
toestel. Controleer of beide kleppen
gesloten zijn (witte lepels aan de
zijkant van de motoren staan naar voren).
Trek de stekker uit het
stopcontact
Draai alle radiatorkranen open. Thermostatische
radiatorventielen dienen op de maximale stand te wor-
den ingesteld.
De rechter klepmotor (CV klep) kan
handmatig in een ± 50% geopende
stand worden gezet door de witte le-
pel naar achteren te duwen en rustig
terug te laten komen. Bij dit terugko-
men dient licht tegen de lepel gedrukt
te worden,waardoor deze halverwege
achter een pal blijft steken.
Na enige tijd (± 15 min, afhankelijk van de installatie)
zal de retourtemperatuur stabiliseren. Wanneer de to-
tale primaire waterhoeveelheid en/of de retour-
temperatuur (beide af te lezen op warmtemeter) te hoog
blijken, dient de installatie opnieuw ingeregeld te wor-
den. Voornamelijk kleine radiatoren dienen gecontro-
leerd te worden op hun retourtemperatuur, aangezien
deze lastig in te regelen zijn. Wanneer alle radiatoren
een hoge retourtemperatuur leveren, kan overwogen
worden om een inregelafsluiter op te nemen in de CV
aanvoerleiding onder de URS.
Na de controle van de inregeling van
de radiatoren kan de handmatige
klepstand weer ongedaan gemaakt
worden door de witte lepel van de
klepmotor helemaal in te drukken en
voorzichtig terug te laten komen. De
connector dient weer terug geplaatst
te worden. Plaats de mantel terug en
bevestig deze met de schroef.
Steek de stekker in het
stopcontact
De URS zal met zijn opstartprogramma beginnen (knip-
perende groene LED).
15