C
Meten vanuit een liggende positie.
•
Lig op uw rug. Kijk naar het plafond tij-
dens de meting. Wees rustig en beweeg
niet.
•
Verzeker u ervan dat het meetpunt van de bovenarm onge-
veer op harthoogte bevind. Als het meetpunt lager is dan
het hart dan kunnen de gemeten waardes hoger zijn. Als het
meetpunt hoger is dan het hart kunnen de gemeten waardes
lager uitvallen.
9. Bloeddruk meten
•
Zet het apparaat aan met de start/stop toets.
Het volgende display verschijnt (Afbeelding 1):
•
Nadat het apparaat zijn calibratie heeft door-
lopen tegen de omgevingsluchtdruk (Afbeel-
ding 2), start automatisch het oppompproces.
Het manchet wordt opgepompt tot ongeveer
180 mmHg (Afbeelding 3). Mocht deze druk
niet voldoende zijn dan pompt het apparaat
automatisch bij in stappen van 30 mmHg tot
voldoende druk bereikt is.
•
Voor een druk boven 180 mmHg kunt u ook
de druk handmatig oppompen: Druk de start/
stop knop nogmaals in als het oppompen is
begonnen en laat deze los als de manchetdruk
een druk heeft bereikt die 40 mmHg hoger is
dan de verwachtte maximum bovendruk. Het
oppompen stopt als u de knop loslaat.
NL-16
Het apparaat gebruiken
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3
Het apparaat gebruiken
•
Het eigenlijke meten begint als het manchet
door ontluchten leegloopt (Afbeelding 4).
Het symbool
op het display knippert.
•
Aan het einde van de meting hoort u een
lange pieptoon. Het manchet wordt auto-
matisch ontlucht. De bepaalde systole,di-
astole, polswaardes en de polsdruk (PP)
worden getoond in het display (Afbeel-
ding 5, Afbeelding 6).
•
Na ongeveer 3 minuten schakelt het ap-
paraat zichzelf uit.
10. Classificatie van de gemeten waardes
(WHO)
Het apparaat categoriseert de gemeten bloeddrukwaardes vol-
gens de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
U kunt de gekleurde aanduidingen aflezen om elke meting te ca-
tegoriseren:
– Onderste punt (rood) betekend hoge druk*
– Middelste punt (geel) betekend grenswaarde*
– Onderste punt (groen) betekend een normale waarde
WHO 2003
Systolische druk = Boven
waarde mmHg**
van 140*
Rood
120 tot 139
Geel
onder 120
Groen
* Het is genoeg wanneer één van de waardes verhoogd is.
** Millimeters kwik
C
Afbeelding 4
Afbeelding 5
Afbeelding 6
Diastolische druk = Onder
waarde mmHg**
van 90*
80 tot 89
onder 80
NL-17