NL
2.3
Transport
2.3.1 Transport per voertuig, als bagage
1. Als gebruiker stapt u over naar een autozit, zie §3.7.
2. Vouw de rolstoel tot zijn meest compacte formaat volgens de instructies in §2.4.
3. Bewaar de rolstoel en zijn wielen in het bagagecompartiment of achter de passagiersstoel. Als
de bagage- en passagierscompartimenten NIET van elkaar gescheiden zijn, bevestig dan het
frame van de rolstoel stevig aan het voertuig. U kan hierbij een beschikbare veiligheidsgordel
gebruiken. Gebruik nooit dezelfde veiligheidsriem voor de passagier en rolstoel.
2.3.2 Transport per voertuig, als zit voor de gebruiker (enkel voor Trigo met vaste rug)
WAARSCHUWING
• Voor Trigo met vouwbare/in hoek verstelbare rug: Gebruik de rolstoel NIET als zit
in een voertuig, zie het symbool.
• De rolstoel heeft de crashtest volgens ISO 7176-19: 2008 doorstaan en is zodanig ontworpen
en getest om alleen te worden gebruikt als een naar voren gerichte zit in een motorvoertuig.
Gemakkelijke toegang tot, en wendbaarheid in, motorvoertuigen kan aanzienlijk worden
beïnvloed door de grootte van de rolstoel en de draaicirkel.
• Gebruik de bekkengordel van de rolstoel niet als riem voor inzittenden, deze is hiervoor niet
geschikt.
• Gebruik de bekkengordel van de rolstoel en de beschikbare driepuntsgordel in het voertuig om
borst- en hoofdimpact met het voertuig te vermijden.
• Gebruik geen lichaamsondersteuningen om de gebruiker vast te maken in het voertuig, tenzij
deze werden gelabeld als overeenkomstig met de vereisten in ISO 7176-19:2008.
• Na betrokkenheid in enige vorm van botsing, laat dan vóór verder gebruik uw rolstoel
inspecteren door uw vakhandelaar of de vertegenwoordiger van de fabrikant.
De rolstoel is getest met een vierpunts rolstoelvastzetsysteem en een driepunts-
veiligheidssysteem voor inzittenden.
Probeer zoveel mogelijk gebruik te maken van de zetel van het voertuig en de rolstoel te bewaren
in de laadruimte.
Procedure om de rolstoel vast te maken aan het voertuig:
1. Controleer of het voertuig is uitgerust met een geschikt rolstoelvastzetsysteem en een
veiligheidssysteem voor inzittenden volgens ISO 10542.
2. Controleer dat de onderdelen van het rolstoelvastzetsysteem en het veiligheids-systeem
voor inzittenden niet versleten, vervuild, beschadigd of gebroken zijn.
3. Indien uitgerust met een verstelbare zit en/of een kantelbare rug, controleer of de
rolstoelgebruiker zo recht mogelijk zit. Als de toestand van de gebruiker dit niet toe laat,
moet een risicoanalyse worden uitgevoerd om de veiligheid van de gebruiker tijdens
transport te evalueren.
4. Verwijder alle gemonteerde accessoires zoals dienbladen en beademingsapparatuur en zet
ze op een veilige plaats.
5. Positioneer de rolstoel naar voren in de rijrichting, centraal tussen de vastzet rails die zijn
vastgemaakt in de vloer van het voertuig.
Type aanduiding
Risico voor knellen
Gevaar voor letsel
6
Trigo S
2022-09
Voor gebruik