Verwijder de vacuümslang:
1) Draai vervolgens de gehele vacuümbuis tegen de klok in uit de machine en draai de delen E
en F van de gehele vacuümbuis weg. (Fig.7)
2) Houd de machine stevig vast en draai de gebogen buis tegen de klok in tot hij van de
machine loskomt. (Fig.5)
6. OPERATIE
6.1 OLIE TOEVOEGEN: EERSTE GEBRUIK
LET OP! Gebruik een goede kwaliteit SAE 30 olie. Gebruik GEEN vuile olie. Het niet
gebruiken van schone olie van het juiste type kan leiden tot voortijdige slijtage en defecten aan
de motor.
Opmerking: Dit toestel werd geleverd zonder olie in het carter en moet vóór de inbedrijfstelling
met olie worden gevuld. Dit apparaat wordt geleverd met een 60 ml potje olie.
1) Plaats het toestel op een vlakke, horizontale ondergrond.
2) Draai de olievulplug los (Fig. 8).
3) Vul het gehele oliereservoir in de olievulopening (fig. 8).
WAARSCHUWING! Voeg NIET te veel olie toe. Zie Oliepeil controleren. Voeg nooit olie toe
aan de brandstoftank. Dit apparaat heeft een viertaktmotor. Meng GEEN olie met benzine en veeg
gemorste olie op. Zorg ervoor dat de O-ring op de olievulplug op zijn plaats zit (Fig. 8).