1.
Houd de MIN/MAX RESET-toets ongeveer 3 seconden ingedrukt zodat
alle minimum en maximum gegevens worden teruggesteld.
868 MHz ONTVANGST
Het weerstation dient de temperatuurdata binnen 3 minuten na het opstarten
te ontvangen. Als het buitensignaal niet binnen 3 minuten na het opstarten kan
worden ontvangen, of als in normale stand het signaalontvangst voortdurend
verstoord wordt, geeft het scherm "- - -" weer . Controleer in dit geval de
volgende punten:
1.
Het weerstation of de zender dient tenminste 1.5-2 meter uit de buurt te
zijn van mogelijke storingsbronnen zoals computer monitoren en tv's.
2.
Plaats het weerstation niet in de onmiddellijke nabijheid van metalen
kozijnen.
3.
Het gebruik van andere elektrische apparaten zoals hoofdtelefoons of
luidsprekers die op dezelfde golflengte werken (868MHz) kan goede
transmissie en ontvangst belemmeren.
4.
Naburige bewoners die elektrische apparaten gebruiken die ook op de
868MHz-werken kunnen ook interferentie veroorzaken.
Let op:
Als het 868MHz-signaal éénmaal correct is ontvangen open dan het
•
batterijvak van de zender of van het weerstation niet meer. Hierdoor
zouden de batterijen namelijk los kunnen springen van de contactpunten,
waardoor u weer helemaal opnieuw zou moeten opstarten. Gebeurt dit
per ongeluk toch, herstart dan alle toestellen (zie Instellen boven)
anders kunnen zendproblemen ontstaan.
Het zendbereik van de zender naar het weerstation is ongeveer 100
•
meter (in het vrije veld). Dit bereik wordt echter beïnvloedt door
omgevingsfactoren en de mate van storing. Als ondanks het
inachtnemen van deze factoren geen ontvangst mogelijk is, dienen alle
toestellen opnieuw te worden opgestart (zie Instellen).
POSITIONEREN VAN HET WEERSTATION
Het weerstation kan aan de muur worden opgehangen of op tafel worden
gesteld.
67