Duurmetingen / min.- en max.-meting uitvoeren
Gebruik de functie duurmeting, om metingen te vergelijken, bijv.
met bouwtekeningen. Bij deze meetmethode kunt u het
apparaat naar het doel bewegen, waarbij de meetaarde
ongeveer elke 0,5 seconden opnieuw wordt berekend. De
bijbehorende maximale en minimale waarden worden op het
display weergegeven op de eerste, resp. de tweede regel.
Richt de laserstraal bijv. op een wand en loop er hierna
geleidelijk verder van af. Lees de meetwaarde af, tot de
gewenste afstand is bereikt.
1. Druk lang op de inschakel-/meettoets (7), tot de indicaties
max (21), min (19) en Δ (17) op het display verschijnen.
2. Beweeg het apparaat ten opzichte van het richtpunt
langzaam naar voren en naar achter, evenals omhoog en
omlaag (bijv. in een hoek van de ruimte).
3. Druk kort op de inschakel-/meetknop (7), om de
duurmeting te beëindigen.
ð De maximale en minimale waarde en de verschilwaarde (Δ)
tussen beide meetwaarden worden op het display
weergegeven. Daarnaast wordt de laatst gemeten waarde
in de onderste regel weergegeven.
NL
Indirecte hoogtemeting (Pythagoras)
Via deze methode kan de lengte van een onbekend traject via
de stelling van Pythagoras worden bepaald. De methode is bijv.
geschikt voor hoogtemetingen.
Voorwaarde voor de meting:
• Het apparaat is horizontaal op het laagste punt (B) van het
te meten traject gericht.
• Het referentiepunt ligt aan de achterkant van het apparaat.
Zie het hoofdstuk referentiewaarde instellen.
1. Druk drie keer kort op de functietoets (8).
ð Het symbool
het display.
ð De balk met het cijfer 1 (hypotenusa) knippert.
2. Richt het apparaat op het hoogste punt (A) en druk één
keer kort op de inschakel-/meettoets (7), voor het
uitvoeren van een meting. Houd het apparaat hierbij zo stil
mogelijk en plaats het met de beide achterkanten vlak op
de ondergrond. De aanslag op de beide achterkanten
mag tijdens de metingen niet wijzigen!
ð De lengte van het traject wordt in directe
meetwaardeweergave op de 1e regel weergegeven.
3. Richt het apparaat horizontaal (punt B) en druk één keer op
de inschakel-/meettoets (7), voor het meten van de
horizontale afstand.
ð De tweede meetwaarde wordt op de tweede regel van
de meetwaardeweergave weergegeven.
ð Het te bepalen traject wordt als resultaat in de onderste
meetwaardeweergave (15) weergegeven.
laserafstandsmeetapparaat BD16
A
B
voor de indirecte meting verschijnt op
9