7 Elektrische installatie
▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
Hardingsgraad
(Ø)
6,4 mm (1/4")
Gegloeid (O)
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale
bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de
unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
6.1.2
De koelleidingen isoleren
▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
▪ met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en
0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
▪ bestand tegen minstens 120°C
▪ Isolatiedikte
Buitendiameter
Binnendiameter
leiding (Ø
)
isolatie (Ø
p
6,4 mm (1/4")
8~10 mm
9,5 mm (3/8")
12~15 mm
12,7 mm (1/2")
14~16 mm
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
6.2
De koelmiddelleiding aansluiten
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
6.2.1
De koelmiddelleidingen op binnenunit
aansluiten
WAARSCHUWING:
MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
▪ Leidinglengte. Houd de koelmiddelleiding zo kort mogelijk.
1 Sluit de koelmiddelleiding met flareverbindingen aan op de
unit.
2 Wikkel vinyl tape rond de aansluiting van de koelmiddelleiding
en overlap telkens met minstens de helft van de tape. Houd de
naad van de thermische leidingisolatie aan de bovenkant.
Wikkel de tape niet te strak.
a
Thermische leidingisolatie (aan de kant van de
binnenunit)
b
Flareverbindingen
Montagehandleiding
8
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,8 mm
t
Isolatiedikte (t)
)
i
≥10 mm
≥13 mm
≥13 mm
MATIG
ONTVLAMBAAR
a
b
c d
e
f
e
c
Vloeistofleiding (met isolatie) (lokaal te voorzien)
d
Gasleiding (met isolatie) (lokaal te voorzien)
e
Naad van de thermische leidingisolatie naar boven
f
Vinyl tape (lokaal te voorzien)
3 Isoleer de koelmiddelleiding, de kabel tussen de units en de
afvoerslang
op
de
binnenunit:
koelmiddelleiding en kabel tussen de units
OPMERKING
Zorg ervoor dat de hele koelmiddelleiding is geïsoleerd.
Blote leidingen kunnen condensatie veroorzaken.
7
Elektrische installatie
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
WAARSCHUWING
Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding
van minstens 3 mm om het contact volledig te verbreken
onder overspanningscategorie III.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger,
zijn
gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om
een gevaarlijke situatie te voorkomen.
WAARSCHUWING
Sluit de elektrische voeding NIET aan op de binnenunit. Dit
kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik
GEEN
onderdelen binnenin het product.
▪ Tak de elektrische voeding niet af voor de afvoerpomp,
etc. van het klemmenblok. Dit kan een elektrische
schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
Houd de bedrading tussen de units uit de buurt van
koperen leidingen die niet thermisch geïsoleerd zijn
aangezien dergelijke leidingen heel warm worden.
7.1
Specificaties van de
standaardcomponenten van de
bedrading
Onderdeel
Kabel tussen de units (binnen↔buiten)
7.2
Elektrische bedrading aansluiten
op de binnenunit
De elektrische bedrading moet worden uitgevoerd zoals beschreven
in de montagehandleiding en conform met de nationale elektrische
bedradingsvoorschriften of de reglementen.
Zie
"8.1 Afvoerleiding,
isoleren" [ 4 10].
meeraderige
kabel
servicevertegenwoordiger
lokaal
aangekochte
elektrische
4-aderige kabel
1,5 mm²~2,5 mm² en
geschikt voor 220~240 V
H05RN-F (60245 IEC 57)
FTXJ-A(W)(S)(B)
Daikin kamerairconditioner
3P482320-16X – 2021.12
als
of