8.2.4 Inbouw, installatie en aanvullen
Afbeelding 3. Inbouw en installatie.
Inbouw en installatie
•
Stel de afscheider waterpas op en sluit de aan- en
afvoerleidingen aan.
•
Let op dat de vetafscheider in de juiste stroomrichting
wordt aangesloten. De in- en uitlaat zijn gemarkeerd
met een sticker "IN" en respectievelijk "UIT"
•
Wij adviseren u in toe- en afvoerleiding een
ontstoppingsstuk te voorzien.
•
De aan- en afvoerleiding van de afscheider dienen
altijd verticale te worden belucht/ontlucht.
Breng deze leiding van voldoende diameter naar
buiten waar van toepassing en naar het hoogste punt
van het gebouw.
•
Kort indien nodig, de schachtbuizen met een
decoupeerzaag in.
•
Zorg dat de schachtbuizen voorzien worden van een
zoekrand (afschuining), zodat de deksels probleemloos
in de schachtopeningen te schuiven zijn en het
afdichtingsrubber niet beschadigd.
•
Controleer de aansluitingen van aan- en afvoerleiding
op dichtheid.
•
Verwijder alle zaken zoals zand, puin, zaaggruis en
cementresten uit de afscheider.
Afbeelding 4. Deksel en dichting
•
Controleer of de rubber dichtingen in de sparingen van
de schachtbuisopeningen gemonteerd zijn.
970100107 Handleiding Vetafscheiderinstallatie CETO Euromal+ aardinbouw • ©2010 AQUAFIX MILIEU BV. • 09.03.2010 - X
Afbeelding 5. Montage deksels
De dekselkaders met schachtbuizen en de schachtbuisope-
ningen met rubber dichting zijn zo ontworpen dat er een
waterdichte telescopische verbinding tussen schachtbuis
en de afscheider gemaakt kan worden. Bij grondzettingen
schuift de schachtbuis spanningsvrij mee in de schachtbuis-
opening.
•
Schuif de dekselkaders met schachtbuizen in de schacht-
openingen, het gebruik van Vaseline of vet op de
rubberringdichting in de dekselkraag wordt aanbevolen.
•
Stel de bovenkant van de deksels tot ongeveer maai-
veld niveau.
•
Vul de afscheider met schoon water totdat het water
via de uitlaat uitstroomt.
•
Plaats de deksels goed sluitend in de dekselkaders en
zorg voor een schone inlegrand.
•
Optioneel zijn deksels leverbaar in stankdichte
geknevelde uitvoering.
LET OP!
De dekselkaders met schachtbuizen moeten te allen tijde
vrij kunnen schuiven in schachtbuisopeningen. Werk altijd
zandvrij!
Dit is nodig om:
•
grondzettingen te kunnen opvangen,
•
te voorkomen dat er verkeerslasten op de put
afgegeven worden.
Daarom mogen de schachtbuizen:
•
nooit rechtstreeks op de dekplaat rusten,
•
op geen enkele wijze star verbonden worden met de
schachtbuizen.
Zorg altijd voor een vrije afstand van minimaal 100 mm.:
•
tussen onderkant dekselkader en bovenkant schacht-
buisopening èn
•
tussen onderkant schachtbuis en bovenkant dek-
plaat.
Zie afbeelding 5.
Pag. 7 van 13