8. Installatie- en inbouwvoorschriften
8.1 Voorbereiding
•
De vetafscheider dient zo dicht mogelijk bij de lozings-
toestellen en vorstvrij geplaatst te worden.
•
De lokatie van de afscheider dient goed bereikbaar te
zijn voor onderhoud en inspectie.
•
De aanvoerleiding dient een afschot te hebben van min
1:100 en gemakkelijk te reinigen zijn.
•
In de aanvoerleiding naar de vetafscheiderinstallatie
mag geen pompinstallatie geplaatst worden.
•
Afvoerleidingen van toiletten en sanitaire groepen en
hemelwaterafvoeren, mogen niet op de afscheider
aangesloten worden.
•
De aan- en afvoerleiding van de afscheider dienen altijd
verticaal te worden belucht/ontlucht. Breng deze leiding
van voldoende diameter naar buiten waar van
toepassing en naar het hoogste punt van het gebouw.
TIP!
In keukens dient er goed op gelet te worden dat er vol-
doende luchttoevoercapaciteit aanwezig is (bv. gevel- of
deurroosters), om te voorkomen dat er door de luchtaf-
zuiginstallatie een onderdruk in de keuken ontstaat. Een
onderdruk en het evt. ontbreken van een ontluchtingslei-
ding, kan leiden tot stankoverlast, omdat dan lucht via de
afvoerleidingen en de vetafscheider aangezogen wordt.
LET OP!
Voor een vetafscheider mag nooit een pompinstallatie
geplaatst worden. Een pompinstallatie zal de afscheider-
werking nadelig beïnvloeden, omdat vet en bezinkbare
delen door de pomp kapot worden geslagen en zo niet
of nauwelijks nog kunnen opdrijven of bezinken. Een
pompinstallatie mag alleen na een afscheiderinstallatie
voorzien worden.
8.2 Inbouw
GEVAAR!
De afscheiderinstallatie mag uitsluitend geplaatst en
geïnstalleerd worden door kundig personeel. Voor en
tijdens de plaatsing en installatie dienen alle veiligheids-
maatregelen en algemene waarschuwingen (zie par. 2)
in acht genomen te worden. Het niet volgen van de veilig-
heidsmaatregelen en in acht nemen van de algemene
waarschuwingen kan leiden tot ernstige verwonding van
personen, bedrijfsongevallen, of schade aan de afscheider
en andere zaken bij de plaats van de installatie.
8.2.1 Veiligheidsmaatregelen
•
Tijdens hijswerkzaamheden mag niemand zich onder de
afscheider bevinden of er onderdoor lopen.
•
Zet de bouwput af met pionnen en/of markeringslint.
•
Zorg voor een ordentelijke bouwplaats.
•
Nooit met minder dan 2 personen de afscheider
plaatsen!
970100108 Handleiding HDPE Vetafscheiderinstallatie aardinbouw NERO Euromal+ • ©2012 AQUAFIX MILIEU BV. • 04.04.2012 - X
8.2.2 Waarschuwingen
LET OP!
Het putdekselkader dient altijd ingestort te worden in een
15/20 cm dikke gewapende betonplaat die min. 50 cm.
uitsteekt buiten de omtrek van de afscheider. Samen met
een juist aanvullen van de bouwput met verdicht
stabilisatiezand zorgt dit ervoor dat de verkeerslasten
gelijkmatig in de ondergrond worden afgevoerd en niet
op de afscheider zelf. Zie afbeelding 6.
Laat een erkend constructeur de wapeninguitvoering en
de betonkwaliteit voor de betonplaat bepalen.
GEVAAR!
De combinatie van afscheider, de telescopische opbouw,
de juiste wijze van aanvullen en de gewapende beton-
plaat aan maaiveld zijn berekend om verkeerslasten te
dragen. In het kader van CE is het verplicht de afscheider
in te bouwen conform de inbouwschriften in deze hand-
leiding.
Bij het niet inbouwen conform onze voorschriften bestaat
er gevaar voor opdrijven, schade aan- en vervorming van
de afscheider en verwondingsgevaar voor personen.
TIP!
Bij het juist ondergronds inbouwen van een afschei-
der spelen een aantal factoren zoals grondgesteldheid,
grondwaterstand, lokatie van de afscheider en mogelijke
verkeersbelasting samen een belangrijke rol.
Wij adviseren uw afscheider te laten inbouwen door een
aannemer en/of installateur, die ervaring heeft met het
ondergronds inbouwen van afscheiders.
Bij hoge grondwaterstanden kan de afscheider op aan-
vraag voorzien worden van een grotere bodemplaat om
zo een opdrijfflens te voorzien.
8.2.3 Bouwput
•
De bouwput dient voldoende groot ontgraven te
worden, zodat er voldoende vrije ruimte om de
afscheider is om het vulzand te kunnen verdichten.
•
De bodem van de bouwput dient volledig vlak en
waterpas te zijn.
•
Onder de afscheider dient een goed waterdoorlatende
mechanisch verdichte laag van 30 cm cement
gestabiliseerd zand op de vaste ondergrond voorzien
te worden. (zie afbeelding 3)
•
Bij een slappe ondergrond kan het noodzakelijk zijn
eerst grondverbetering toe te passen e.e.a ter
beoordeling van de grondwerker.
Pag. 8