Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Theben theRonda P360-110 DALI UP WH Handleiding pagina 2

Inhoudsopgave

Advertenties

Constante lichtregeling
De constante lichtregeling compenseert daglichtverschillen
door regeling van de verlichting. De totale lichtsterkte wordt
op het gewenste niveau constant gehouden. De verlichting
wordt met de inschakeldimwaarde C1 ingeschakeld en op de
ingestelde gewenste lichtsterkte C1 geregeld. Afhankelijk van
de soort functie „school" of „office" reageert de aanwezig-
heidsmelder na handmatig dimmen met de toets anders:
Bedieningswijze 'school' voor toepassingen in school- en
vergaderlokalen:
y Manueel dimmen stopt de constante lichtregeling.
y Verlichting behoudt tijdens aanwezigheid de gedimde
waarde (geen beïnvloeding door lichtsterkte).
y Door uit- en weer inschakelen keert men terug naar de
regelmodus.
Bedieningswijze „office" voor gebruik in afzonderlijke en
grote kantoren:
y Constante lichtregeling blijft na handmatig dimmen tot
de huidige lichtsterkte tijdelijk actief als nieuwe gewenste
lichtsterkte.
y De nieuwe gewenste lichtsterkte geldt alleen bij
aanwezigheid.
y Na afloop van de nalooptijd licht wordt de oorspronkelijk
ingestelde gewenste lichtsterkte weer hersteld.
Schakelen
De schakelreactie wordt door aanwezigheid en lichtsterkte
geregeld. Het kanaal C1 licht wordt ingeschakeld bij duisternis
en aanwezigheid. De verlichting schakelt uit bij voldoende
lichtsterkte of na de ingestelde nalooptijd licht bij afwezig-
heid. De verlichting wordt ingeschakeld met de inschakeldim-
waarde C1. Met de toets kan de kunstlichtsterkte tijdens de
aanwezigheid worden veranderd. Wordt de ruimte (eerder)
verlaten, dan gaat het licht altijd uit na afloop van de inge-
stelde nalooptijd.
Stand-by (oriëntatielicht)
De stand-by-functie dient als oriëntatielicht. Na afloop van
de nalooptijd licht wordt de verlichting weer op de stand-
by-dimwaarde (1 - 25 % van het lampvermogen) ingesteld.
De stand-by tijd kan tussen 0 s en 60 minuten of constant
worden ingesteld. Ligt de lichtsterkte in de ruimte boven de
gewenste lichtsterkte, dan wordt de verlichting uitgeschakeld.
Indien de lichtsterkte in de ruimte tot onder de gewenste
lichtsterkte daalt, schakelt de verlichting vanzelf op de stand-
by lichtsterkte in. Als de ruimte opnieuw wordt betreden, gaat
de melder automatisch (volautomatisch) resp. na indrukken
van de toets (halfautomatisch) terug naar de ingestelde
gewenste lichtsterkte.
Nalooptijd licht
De minimale nalooptijd (10 s - 60 min) is instelbaar. Deze
past zich zelflerend aan het gebruikersgedrag aan en kan
automatisch tot max. 30 min worden verhoogd resp. weer tot
de ingestelde minimumtijd worden verlaagd. Bij instellingen
≤ 2 min of ≥ 30 min blijft de nalooptijd onveranderd op de
ingestelde waarde. Als een niet-bezette ruimte slechts kort
wordt betreden en binnen 30 s weer verlaten, wordt de ver-
lichting na 2 minuten vroegtijdig uitgeschakeld (kortdurende
aanwezigheid).
Toetsaansturing
Via een toets is de verlichting altijd manueel te schakelen of
te dimmen. Een korte druk op de toets schakelt het licht aan
of uit, langer drukken dimt de verlichting meer of minder. De
dimrichting verandert bij elke druk op de toets.
Wordt de ruimte (eerder) verlaten, dan wordt de verlichting
altijd na afloop van de ingestelde nalooptijd uitgeschakeld.
Wordt de verlichting handmatig uitgeschakeld, dan blijft de
verlichting uitgeschakeld zolang er personen aanwezig zijn.
Na afloop van de nalooptijd wordt de verlichting weer auto-
matisch ingeschakeld.
Vol- of halfautomatisch
De verlichting van de aanwezigheidsmelder wordt naar keuze
volautomatisch voor meer comfort resp. halfautomatisch voor
een grotere besparing geregeld. Bij 'volautomatisch' wordt de
verlichting automatisch in- en uitgeschakeld. Bij 'halfautoma-
tisch' moet de verlichting altijd manueel worden ingeschakeld.
Het uitschakelen van de verlichting vindt automatisch plaats.
Zeer eenvoudige instelling van het energiebesparingsgedrag
Met de keuze „eco" voor optimaal schakelgedrag of „eco plus"
voor maximale energiebesparing kan de gebruiker de aanwe-
zigheidsmelder zeer eenvoudig op zijn behoeften instellen.
5. Detectiebereik
theRonda S360-110 DALI
Het ronde detectiebereik van de aanwezigheidsmelder the-
Ronda S dekt een gemiddeld detectiebereik af. Let erop dat
zittende personen in bereiken met verschillende afmetingen
worden gedetecteerd. De aanbevolen montagehoogte is
2 m – 4 m. Hoe hoger de montagehoogte, des te lager de
gevoeligheid. Bovendien worden de omvang en afstand
tussen de actieve en passieve zones van de aanwezig-
heidsmelder groter. Vanaf een montagehoogte van 3 m zijn
loopbewegingen nodig en de detectiebereiken van meerdere
melders moeten zich in de randzones overlappen. Het detec-
tiebereik wordt met toenemende temperatuur minder.
Zittende personen
De aanwezigheidsmelder reageert zeer gevoelig op zeer
kleine bewegingen. De gegevens hebben betrekking op bewe-
gingen op tafelhoogte (ca. 0,80 m).
4
2
0
2
r / s
t
S
4
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Theronda s360-110 dali up wh20805802080040

Inhoudsopgave