In de instellingen kunnen de taal, temperatuur (Comfort, Eco,
Vorst), wandcompensatie, optimalisering, schoorsteenveger-
functie etc. worden ingesteld.
1. Wandcompensatie instellen
Als de montageplaats ongunstig is, kunnen temperatuuraf-
wijkingen tussen de gemeten en de werkelijke ruimtetempe-
ratuur optreden. Dit verschil kan door de wandcompensatie
worden gecorrigeerd.
worden gecorrigeerd.
2. Regelaar instellen
Gedrag van een PD-regelaar (pulsduurregelaar)
Bij aangepaste verwarmingsinstallaties wordt een PD-rege-
laar gekenmerkt door korte uitregeltijd, geringe slingereffec-
ten en hoge regelnauwkeurigheid.
– Regelperiode: 5 bis 30 min
– Regelbereik: ± 0,2 K bis ± 5 K
Gedrag van een hysteresis-/2-puntsregelaar
Bij te grote of te kleine verwarmingsinstallaties wordt een
hysteresisregelaar gekenmerkt door geringe schakelfrequen-
tie en kleine temperatuurafwijkingen.
– Schakelhysterese: ± 0,2 K bis ± 1 K
3. Externe ingang
De externe ingang kan voor diverse externe sensoren worden
geconfi gureerd.
!
Ingang is actief, daarom geen externe spanning gebru-
iken. Het aangesloten contact moet potentiaalvrij en
elektrisch veilig gescheiden zijn.
De volgende opties zijn bij de afzonderlijke sensoren/con-
tacten beschikbaar
Vloer
Temperatu-
urgrens
Ruimtetempe-
Geen opties
ratuur
Aanwezigheids-
Temperatu-
melder
urkeuze
Raamcontact
Geen opties
Telefooncontact:
Temperatu-
urkeuze
Uitval van de temperatuurmeting
Weergave: „Temperatuur 35 °C"
→ Kortsluiting of onderbreking
→ Temperatuursensor
→ Noodbedrijf: relais 15 min aan, 15 min uit etc.
→ Controle: interne of externe temperatuursensor (via externe
uitgang)
4. Optimalisering instellen
Met de optimaliseringsfunctie kunt u op een gewenst scha-
keltijdstip een bepaalde ruimtetemperatuur bereiken. Daarbij
wordt aangegeven hoeveel minuten eerder met verwarmen
wordt begonnen. Deze tijd geldt per K temperatuurver-
schil tussen de werkelijke temperatuur en de gewenste
temperatuur.
Voorbeeld:
's Morgens om 06.00 uur is in de badkamer de omschake-
ling van verlaagde (17 °C) naar comforttemperatuur (23 °C)
geprogrammeerd.
Vloertemperatuurbegrenzing, vloertem-
peratuurkeuze tussen 20 °C en 50 °C
instelbaar; vloersensor (9070321)
L Geen veiligheidstemperatuurbe-
grenzer, maar apparaattype 1 B
volgens EN 60730-1
De interne temperatuursensor wordt
uitgeschakeld; externe temperatuursen-
sor (IP 65) (9070459)
Op deze temperatuur wordt geregeld als
de HKL-uitgang van de aanwezigheids-
melder ingeschakeld is. Zonder aanwe-
zigheid wordt volgens het ingestelde
programma geregeld
Zolang het raamcontact open
is, regelt de thermostaat op
vorstbeveiligingstemperatuur.
temperatuur selecteren waarop de
regelaar moet regelen als het telefoon-
contact wordt ingeschakeld
4