6.3 Koppelen van het apparaat aan de smart hub
Het bedradingscentrum kan naadloos worden gekoppeld aan de konekt
draadloze smart hub (KW-UKHUB). Om apparaten aan de smart hub te
koppelen, downloadt u de konekt app.
De smart hub moet worden ingesteld via de konekt app, voordat
er andere apparaten aan het systeem kunnen worden toegevoegd.
Raadpleeg voor meer informatie de bedieningshandleiding van de
smart hub.
Als het bedradingscentrum al verbonden is met andere draadloze
konekt apparaten, MOETEN de fabrieksinstellingen eerst worden
hersteld voordat verbinding wordt gemaakt met de smart hub (zie
sectie 8)
• Open de konekt wireless app en selecteer "pair device".
• Druk, indien nodig, eenmaal op de systeemtoets (A). De LED knippert
oranje om de koppelingsmodus aan te geven. De koppelingsmodus
blijft drie minuten actief.
• Het apparaat verschijnt automatisch in de konekt app. Ter bevestiging
scant u de QR-code die aan het apparaat is bevestigd of voert u de
laatste vier cijfers van het apparaatnummer (SGTIN) in de app in.
• Als het koppelen is gelukt, zal de LED (B) groen oplichten. Als hij rood
oplicht, probeer het apparaat dan opnieuw te koppelen.
• Geef het apparaat in de app een naam en wijs het toe aan een kamer.
• Selecteer in de app de functies van de ketelschakelaar. Zie hoofdstuk
6.2 voor meer informatie over het toewijzen van de functies van de
ketelschakelaar.
7 Problemen oplossen
7.1 Opdracht niet bevestigd
Als ten minste één apparaat een opdracht niet accepteert, zal de LED (B)
rood oplichten. Dit kan worden veroorzaakt door radio-interferentie (zie
hoofdstuk 10). Andere mogelijke problemen kunnen zijn:
•
Apparaat is niet bereikbaar.
•
Apparaat is niet in staat het commando uit te voeren
(belastingsfout, mechanische blokkering, etc.).
•
Apparaat is defect.
10