4 Leiding- en luchtaansluitingen
Algemene
leidingaansluitingen
Leidingen moeten volgens de geldende normen en
richtlijnen worden aangesloten.
De S135 is uitsluitend ontworpen voor installatie recht-
op. Alle aansluitingen zijn uitgerust met een gladde pijp
voor knelkoppelingen.
Er moet een overstortventiel worden geïnstalleerd in
het systeem waarbij de S135 aanwezig is.
Overloopwater uit de opvangbak van de
verdamper wordt via de bijgeleverde
kunststof slang naar een afvoer geleid.
Vorm de slang in een waterafsluiter (zie
afbeelding).
De overstortleiding moet over de hele
lengte omlaag lopen om waterzakken te
voorkomen. Bovendien moet de leiding
vorstvrij zijn aangelegd.
Om de installatie energiezuinig te maken, adviseert NIBE
om alle leidingen tussen de S135 en de binnenmodule
te isoleren. De isolatie moet minimaal 12 mm dik zijn.
Voorzichtig!
Voordat de S135 wordt aangesloten, moeten
de leidingsystemen worden doorgespoeld om
te voorkomen dat componenten beschadigd
of verstopt raken door verontreinigingen.
COMPATIBELE NIBE-PRODUCTEN
• VVM S320
• SMO S40
12
Hoofdstuk 4 | Leiding- en luchtaansluitingen
• VVM S325
SYMBOOLVERKLARING
Sym-
Betekenis
bool
Schakelkast eenheid
Afsluiter
Terugslagklep
Circulatiepomp
Expansieventiel
Ventilator
Compressor
Afsluiter
Vuilfilter
Temperatuurvoeler
Wisselklep/shunt
Warmtewisselaar
Binnenmodule
Koelsysteem
Lucht/water-warmtepomp
Zwembad
Ventilatie
NIBE S135