Monteren
Neem de volgende instructies in acht voor de overeenkomende installatie.
Algemene tips
⚫ Controleer de zonnemodule, de omvormer en alle kabels op visuele schade voordat
u gaat beginnen met de montage.
⚫ Ga niet op de module of op de kabels staan. Om vetvlekken op de module te
voorkomen, dient u contact met uw handen op het glazen oppervlak te voorkomen en
idealiter werkhandschoenen te dragen.
⚫ Plaats de zonnemodule naar beneden gericht op een schoon, vlak en zacht
oppervlak.
⚫ Noteer het model- en serienummer van de componenten [omvormer,
zonnemodule(s)] en bewaar deze gegevens. In geval van een defect hebben wij deze
gegevens nodig voor de unieke identificatie.
Balkon
⚫ De zonnemodules kunnen uitsluitend op balkons worden gemonteerd met rails en
handleuningen.
Het bevestigingsmateriaal voor balkons is bevestigd als accessoire:
- 60x zwarte kabelbinders voor elke opening in de panelen
- 36x metalen banden voor elke hoek van de panelen en de bevestiging in het midden
Hek
⚫ Volg de montage-instructies voor balkons - raadpleeg de betreffende status.
Gebruik de meegeleverde accessoires om het systeem aan het hek te bevestigen.
Overige informatie
⚫ Voor installatie op andere plaatsen dan een balkon of hek kunt u schroeven
gebruiken of de achterkant van de unit op een vlak oppervlak lijmen.
Eerste inbedrijfstelling
Na de mechanische en elektrische installatie van het zonne-energiesysteem, kunt u
het systeem in bedrijf stellen. Hiervoor is voldoende zonneschijn nodig. De
zonnepanelen moeten ten minste een startspanning van 22 V produceren.
Begintoestand:
1. De micro-omvormer wordt aangesloten op de zonnepanelen.
2. De micro-omvormer wordt aangesloten op het elektriciteitsnetwerk van uw huis
via een Wieland-stekker (aanbevolen) of Euro-stekker.
3. De kabels zijn zodanig bevestigd dat deze beschermd zijn tegen regen en zonlicht.
4. De toevoerleiding is via een stroomonderbreker aangesloten op het stroomnet.
Ga als volgt verder:
1. Schakel de stroomonderbreker en eventuele andere aanwezige schakelaars in.
2. Zet de AC-schakelaar van het stroomnet aan.
3. De led van de unit moet groen gaan knipperen nadat u de AC-stroomonderbreker
hebt ingeschakeld. Zie hoofdstuk Led-status voor meer informatie.
4. De micro-omvormer begint binnen 2 minuten met de toevoer (synchronisatie van
het stroomnet) als er voldoende zonnestraling is. Het led-statuslampje geeft de
12
TX-233; 5050; 03/2023