de ingangskabels die van de 12 volt stroombron naar de omvormer lopen, op
te rollen.
Bevestig een of meerdere "Ferriet Data Line Filters" op het netsnoer van de
televisie. Ferriet Data Line Filters zijn te koop bij de meeste elektronicazaken.
Probeer de omvormer te aarden met een minimale (0,75mm²) draad, met een
zo kort mogelijke lengte.
Beschermende eigenschappen
Laagspanningsalarm (gele LED op de omvormer) Deze toestand is niet
schadelijk voor de omvormer, maar kan de stroombron beschadigen. De
omvormer schakelt uit wanneer de ingangsspanning tot 10,5 volt daalt en er
tegelijkertijd een akoestisch alarm klinkt.
Overbelastingsbeveiliging (gele LED op de omvormer) - De omvormer
wordt automatisch uitgeschakeld als de continue trekkracht hoger is dan het
maximale wattage. Wanneer de omvormer op of in de buurt van het maximale
vermogen is, klinkt er een alarm. Wanneer het alarm afgaat, moet u het
apparaat (de apparaten) loskoppelen om de uitgang van de omvormer op een
aanvaardbaar niveau te brengen. Als u de omvormer op of in de buurt van het
maximale vermogen blijft gebruiken, zal deze uiteindelijk oververhit raken en
worden uitgeschakeld. Als u de maximale output van de omvormer
overschrijdt, gaat het alarm af en schakelt de omvormer automatisch uit. De
gele storingsindicator zal oplichten en het alarm zal blijven afgaan. De
omvormer moet worden gereset na een overbelastingsconditie.
Temperatuurbescherming
De omvormer is uitgerust met een koelventilator. Afhankelijk van de belasting
en de temperatuur van de omvormer wordt de koelventilator indien nodig in-
en uitgeschakeld om de omvormer te koelen. Als de temperatuur ongeveer
80°C bereikt, schakelt de omvormer automatisch uit. Schakel de omvormer uit
en laat hem minimaal 15 minuten afkoelen. Controleer voor het opnieuw
opstarten het totale vermogen van de apparaten die onder spanning staan.
De omvormer resetten
1. 1. Schakel de omvormer uit met de AAN/UIT-schakelaar op de omvormer,
afhankelijk van de manier waarop de omvormer werd aangestuurd. 2. 2. Trek
de stekker van alle apparaten uit het stopcontact. 3. 3. Schakel de omvormer
weer in met de ON/OFF-schakelaar op de omvormer. 4. Voordat de apparaten
opnieuw worden aangesloten, controleert u het totale vermogen van de