Geflensde 585 Annubar
S
2: B
TAP
OOR GATEN IN DE BUIS
1. Bepaal de sensormaat op basis van de breedte van de sonde (zie Tabel 2).
2. Haal de druk van de leiding af en laat deze leeglopen.
3. Kies de locatie van het te boren gat.
4. Bepaal de diameter van het te boren gat op basis van de specificaties in Tabel 2. Breng
het montagegat in de leiding aan met een gatenzaag of een boor. MAAK HET GAT NIET
MET EEN SNIJBRANDER.
Tabel 2. Tabel voor sensormaat/gatdiameter
Sensormaat
Sensorbreedte
11
20,32 mm (0.80 in.)
22
30,48 mm (1.20 in.)
44
58,42 mm (2.30 in.)
5. Boor tegenover het eerste gat een tweede gat met dezelfde diameter zodat de sensor
door de hele buis steekt. Boor het tweede gat als volgt:
a. Meet de buisomtrek met een buismeetlint, een zachte draad of een touw. (Voor een
zo precies mogelijke meting moet het buismeetlint haaks op de stroomrichtingsas
staan.)
b. Deel de gemeten omtrek door twee om de plaats voor het tweede gat te berekenen.
c. Breng het buismeetlint, de zachte draad of het touw opnieuw aan vanaf het
middelpunt van het eerste gat. Markeer vervolgens aan de hand van de in de
voorgaande stap berekende waarde het middelpunt voor het tweede gat.
d. Breng met een gatenzaag of een boor het montagegat aan in de buis, volgens de
in stap 3 berekende diameter. MAAK HET GAT NIET MET EEN SNIJBRANDER.
6. Ontbraam de aangebrachte gaten aan de binnenkant van de buis.
8
Gatdiameter
+ 0,8 mm (1/32 in.)
7
23 mm (
/
in.)
8
– 0,00
+ 1,6 mm (
5
34 mm (1
/
in.)
16
– 0,00
+ 1,6 mm (
1
64 mm (2
/
in.)
2
– 0,00
Beknopte installatiegids
00825-0111-4585, Rev AA
NB: Boor bij modellen met
tegenoverliggende steun het
gat op 180° van het eerste gat.
1
/
in.)
16
1
/
in.)
16
Boor het gat met de juiste
diameter in de buiswand.
januari 2009