Verwarmingsactor basic zesvoudig
Stelaandrijvingen voor vorstgevoelige ruimten op uitgangen A1 en A4 aansluiten.
Deze worden bij overbelasting als laatste uitgeschakeld.
Maximale aantal stelaandrijvingen per uitgang niet overschrijden (zie technische ge-
gevens).
Technische gegevens van de gebruikte ventielaandrijvingen aanhouden.
N-leider van de uitgangsklemmen niet naar andere apparaten doorlussen.
■
Stelaandrijvingen AC 230 V conform aansluitschema (zie afbeelding 2) aan-
sluiten.
■
Stelaandrijvingen AC 24 V conform aansluitschema (zie afbeelding 3) aanslui-
ten.
■
Voeding voor stelaandrijvingen op klemmen 8(L) en 8(N) (1) aansluiten.
■
Buskabel met aansluitklem aansluiten.
Afdekkap plaatsen
Om de busaansluiting tegen gevaarlijke spanningen in het aansluitbereik te bescher-
men, moet een afdekkap worden geplaatst.
32590712
10870571
Afbeelding 3: Aansluiting stelaandrijvingen 24 V
22.03.2023
6 / 9