Advertenties
4
INSTELLINGEN
FABRIEKSWAARDE
5
KALIBRATIE
UIT
ROOD-
GROEN
GROEN
ROOD
4
ORANJE
5
6
CONTROLE VAN DE DEURBEVEILIGING
BELANGRIJK: Controleer
altijd de goede werking van
de deurinstallatie alvorens het
terrein te verlaten.
Indien nodig, breng de spots dichter bij of verder weg van
de deur en start een nieuwe kalibratie.
POSITIE
RELAIS 1
ON
STOP
RELAIS 2
OFF
OPENING
LED tijdens detectie:
R1 > ROOD
R2 > GROEN
LED GAAT UIT OP ALLE MODULES > DETECTIEZONE IS OK!
Detectiezone is te kort:
draai de schroef met de klok mee.
Detectiezone is te lang:
draai de schroef tegen de klok in.
Stap uit het detectieveld.
Indien nodig, verander de hellingshoek of schakel de achtergrond uit (DIP 3 = OFF).
Start een nieuwe kalibratie.
ACHTERGROND
FREQUENTIE
FREQ A
FREQ B
Kies een verschillende
Te weinig
achtergrondreflectiviteit:
frequentie als de
modules dicht bij
schakel naar UIT
elkaar liggen.
Een korte druk op de MASTER start de kalibratie van ALLE
MODULES.
Stap uit het detectieveld!
ONBEVEILIGDE
ZONE
AAN
HOOG*
LAAG
UIT
Ingeschatte waarden voor
installatiehoogte van 2 m:
hoog= 40 cm, laag= 15 cm
Het knipperen van de LED
wordt sneller bij het benaderen
van de optimale positie.
4SAFE OFF REV
Advertenties
