Inhoudsopgave
Advertenties
Apparaat uitschakelen
Ga als volgt te werk, voor het uitschakelen van het apparaat:
1. De draaischakelaar Temperatuur (6) naar het koude niveau
draaien, waarbij alleen de ventilatie is ingeschakeld.
2. Laat de ventilator verder draaien, tot het apparaat is
afgekoeld.
ð Nooit bij een draaiende ventilator de netstekker uit
het stopcontact verwijderen, omdat het apparaat
dan oververhit kan raken.
3. De aan- / uit-schakelaar (8) naar de stand O schakelen,
voor het uitschakelen van het apparaat.
ð De aan- / uit-schakelaar brandt niet meer.
Buiten gebruik stellen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
1. Ga te werk , zoals is beschreven bij Apparaat uitschakelen.
2. De netstekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de netstekker vast te pakken.
3. Reinig het apparaat volgens het hoofdstuk onderhoud.
4. Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk opslag.
Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de stekker op beschadigingen.
Constateert u beschadigingen, probeer dan niet het
apparaat weer in gebruik te nemen.
Is het netsnoer van dit apparaat beschadigd, dan moet dit
door de fabrikant of diens klantendienst of door een
vergelijkbaar gekwalificeerde persoon worden vervangen,
zodat gevaren worden voorkomen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• De motor kan defect zijn. Laat een defecte motor
vervangen door een elektrotechnisch vakbedrijf.
• De ruimtethermostaat kan defect zijn. Laat een defecte
ruimtethermostaat vervangen door een elektrotechnisch
vakbedrijf.
• Wacht 10 minuten, voordat u het apparaat opnieuw start.
Mocht het apparaat niet opstarten, laat dan een elektrische
controle uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf of door
Trotec.
8
Het apparaat is ingeschakeld, de ventilator draait, maar het
verwarmt niet:
• Controleer de ruimtetemperatuur. De ruimtethermostaat
heeft mogelijk uitgeschakeld, omdat de gewenste
ruimtetemperatuur is bereikt.
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd
(zie hoofdstuk veiligheid).
• De verwarmingsweerstand kan doorgebrand zijn. Laat een
defecte verwarmingsweerstand vervangen door een
elektrotechnisch vakbedrijf.
• De verwarmingsspiraal kan defect zijn. Laat een defecte
verwarmingsspiraal vervangen door een elektrotechnisch
vakbedrijf.
• De ruimtethermostaat kan defect zijn. Laat een defecte
ruimtethermostaat vervangen door een elektrotechnisch
vakbedrijf.
De ventilator draait niet:
• Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen.
• De ventilatormotor kan defect zijn. Laat een defecte
ventilatormotor vervangen door een elektrotechnisch
vakbedrijf.
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
• Controleer of het apparaat rechtop en stabiel staat.
• Controleer de ventilator op vervuilingen of beschadigingen.
• Laat de motor door een geautoriseerd vakbedrijf of door
Trotec controleren, er kan sprake zijn van lagerschade bij
de motor.
• Controleer de ventilatorbladen op vervuilingen en reinig ze,
indien nodig (zie hoofdstuk Onderhoud).
• Beschadigde ventilatorbladen door Trotec of een
gespecialiseerd bedrijf laten vervangen.
Werkt het apparaat na deze controles nog niet
probleemloos:
Neem contact op met de klantendienst. Het apparaat indien
nodig voor reparatie naar een geautoriseerd elektrotechnisch
vakbedrijf of naar Trotec brengen.
elektrische kachel TEH 20 T / TEH 30 T
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
