Bestand opslaan
1. Klik op de toets
, voor het openen van het
dialoogvenster voor opslaan van gegevens.
2. Geef het bestand een naam.
3. Het bestand opslaan (formaat "record" en ".xls").
Info
Standaard verwerkt het programma bestanden met de
extensie "record". Bij het opslaan in de datalogger-
software wordt naast dit bestandsformaat een ".xls"-
bestand opgeslagen, zodat het later met een
spreadsheet-programma kan worden bewerkt. Mocht u
het ".xls"-bestand niet nodig hebben, kunt u het in de
bestandsverkenner wissen.
Aanwezig bestand openen
1. Klik op de toets
, voor het openen van een al
aanwezig bestand, dat u wilt bekijken in het
gegevensgrafiekvenster.
Datum en tijd instellen
1. Klik op de toets
, voor het opnieuw instellen van de
datum en tijd.
ð Het dialoogvenster voor het instellen van datum en tijd
verschijnt. De juiste datum en de juiste tijd invoeren.
Klik daarna op de toets OK.
Datum corrigeren
Jaar
Tijd corrigeren
OK
Meetinstellingen aanpassen
Info
Worden de instellingen aangepast en daarna door
drukken op de toets Setup opgeslagen, worden alle
eerder in de datalogger opgeslagen meetwaarden
gewist. Daarom vóór het aanpassen van instellingen de
eerder opgenomen meetwaarden opslaan.
1. Klik op de toets
.
ð Het dialoogvenster voor de meetinstellingen opent.
8
Dag
Maand
Afbreken
klimaatgegevenslogger BL30
Verbonden
Meetfreq. setup
Meetfre
Seconde
quentie
LED Flash Cycle setup
Geen
Handmatig
Automatisch
Standaard
2. Ga zoals hierna beschreven te werk, voor het instellen van
de individuele het menupunten:
• Meetfrequentie instellen
In het linker vakje de gewenste waarde invoeren en kies in
het rechter vakje een tijdseenheid.
• LED-knipperfrequentie instellen
Kies uit 10 seconden, 20 seconden, 30 seconden of Geen.
Kiest u Geen, knippert de LED REC (3) NIET. Deze modus
spaart de batterijen en waarborgt een langere levensduur.
• Opnamemodus instellen
Kies Handmatig, om het opnemen van de meetwaarde
later door het drukken op een van de beide toetsen op het
apparaat te starten.
Kies Automatisch, om het opnemen van de meetwaarden
te starten, zodra u het dialoogvenster voor de instellingen
sluit.
• Alarmgrenswaarden instellen
De onderste en bovenste grenswaarde voor het
temperatuuralarm instellen en de eenheid (°C of °F)
kiezen.
Kies de bovenste en onderste grenswaarde voor de
relatieve luchtvochtigheid.
Het keuzevakje voor de LED aanvinken, als de
LED Alarm (2) bij grenswaarde-onderschrijding of
grenswaarde-overschrijding moet knipperen.
• Meetwaarden overschrijven
Klik op het keuzevakje Overschrijven, om de opgeslagen
meetwaarden te overschrijven als het geheugen vol is.
Klik op het keuzevakje Niet overschrijven, om de
opgeslagen meetwaarden te behouden en de opname van
de meetwaarden te beëindigen als het geheugen vol is.
Klik op de toets Setup, voor het opslaan van de aangepaste
instellingen.
Door het klikken op de toets Standaard, kunt u de datalogger
resetten naar de fabrieksinstellingen.
Klikt u op de toets Annuleren, wordt het menu voor het
aanpassen van de instellingen geannuleerd.
Alarm setup
Temp alarm Low
Temp alarm Hi
Unit
Celsius
LED flash voor Hi en Low alarm
Overschrijven
Niet overschr.
Afbreken
Setup
NL