Overige functies
11.12.
Indicatielampjes aangesloten op digitale output
11.12.1.
Indicatielampje vuilfilter (oranje)
Bij Delta-P moet het filter worden vervangen. Wanneer de weerstand te hoog is, gat het contact open. Na
een vertraging van 60 seconden gaat het oranje lampje op het bedieningspaneel branden. Wanneer het
contact weer is gesloten zal het alarm na 60 seconde verdwijnen.
Storingslampje (rood)
Alle storingen (behalve vuilfilter) worden aangeduid door een rood lampje en leiden ertoe dat de unit wordt
uitgeschakeld.
Statuslampje (groen)
Het statuslampje brandt wanneer de unit AAN staat. Wanneer er een dringende storing plaatsvindt, gaat het
storingslampje aan en het statuslampje uit. De AHU wordt uitgeschakeld tot de storing is verholpen. Bij een
niet dringende storing, gaat het statuslampje niet uit.
Lampje ontdooien (zelfde output als lampje ontdooien)
Het lampje gaat aan wanneer ontdooien wordt ingeschakeld
11.12.2.
Sensor toevoerlucht – Automatische selectie
Sensor voor de temperatuur van de toevoerlucht (intern / extern)
De interne temperatuursensor wordt gemonteerd in de ruimte tussen de fans en de uitlaat. Het moet
mogelijk zijn om via een connector vanaf de buitenkant van de AHU een tweede temperatuursensor aan te
sluiten en de interne temperatuursensor in de AHU te vervangen. Dus wanneer de sensor is aangesloten,
wijzigt de software de procedure automatisch naar de externe temperatuursensor.
Menu instellingen <<Programmeren>>
11.13.
Fan
11.13.1.
Voor elke Fan (F01-F04) kan de RampUp- en de RampDown-tijd worden ingesteld. Ook kan de richting
linksom/rechtsom worden ingesteld:
11.13.2.
Belimo
De bediening van de Belimo (0-10V) is gebaseerd op een PI-regelaar. De PI-regelaar wordt aangestuurd
door de temperatuur van de toevoerlucht en het setpoint. De instellingen voor de regelaar zijn als volgt:
Versie 5.3_2022 (26 januari 2022)
41