INSTALLATIE
4 INSTALLATIE
WAARSCHUWING
Zorg er voor dat alle spanningbronnen
gedurende de installatie zijn uitgeschakeld of
afgekoppeld.
4.1
ALGEMEEN
Gedurende
installatie
en
belangrijke veiligheidsinstructies
Masterswitch zijn de
te allen tijde van toepassing. Zie hoofdstuk 2 van deze
gebruikershandleiding.
Controleer na het uitpakken de Masterswitch op eventuele
beschadigingen. Gebruik de Masterswitch niet wanneer
deze beschadigd is.
Controleer aan de hand van het typenummerplaatje of de
netspanning van de voedingsbronnen overeenkomt met
de ingangsspanning van de Masterswitch.
Wijzig de interne bedrading van de Masterswitch niet.
4.2
AC-BEDRADING
Gebruik voor een veilige installatie kabel met de juiste
aderdoorsnee. De in onderstaande tabel genoemde
aderdoorsneden dienen als voorbeeld. Voorgeschreven
aderdoorsneden kunnen afwijken in plaatselijk geldende
bepalingen.
AC-stroom
Minimale aderdoorsnede:
in mm²
0-32 A
4 mm²
32-48 A
6 mm²
48-80 A
10 mm²
80-125 A
16 mm²
WAARSCHUWING
Gebruik in geen geval draad met een kleinere
aderdoorsnee dan voorgeschreven!
Te dunne kabels en/of losse verbindingen kunnen leiden
tot gevaarlijke oververhitting van de bekabeling en/of
aansluitingen. Gebruik daarom de juiste kabeldiameter en
maak
alle
verbindingen
overgangsweerstand zo klein mogelijk te maken. Zie
hoofdstuk 5voor de aanbevolen aandraaikoppels van de
contacten.
18
ingebruikname
van
de
AWG
AWG 10
AWG 8
AWG 6
AWG 4
goed
vast
om
de
Aanbevolen draadkleuren (raadpleeg plaatselijk geldende
bepalingen):
•
Enkelfase 230V AC installaties:
Draadkleur
Betekenis
Bruin of zwart
Fase
Blauw
Nul
Groen/Geel
Aarde
4.3
EXTERNE ZEKERINGEN
WAARSCHUWING
Alle in- en uitgangen van de Masterswitch
moeten
worden
zekeringen en aardlekschakelaars.
De bedrading naar de ingangen en de uitgang van de
Masterswitch moet worden beveiligd met zekeringen die in
overeenstemming zijn met de toegepaste aderdoorsneden
(zie 4.2). De maximaal toelaatbare stromen van deze
zekeringen mogen nooit groter zijn dan de maximale
toegestane in- en uitgangsstroom van de Masterswitch;
zie onderstaande tabel.
Model Masterswitch
Masterswitch 25kW,
230V-125A
4.4
AARDING
Voor de veiligheid is het zeer belangrijk dat de
aardleidingen van de AC-bronnen en -verbruikers met de
massa van het schip of voertuig verbonden zijn. Een
slechte aarding kan leiden tot levensgevaarlijke situaties.
Een goede aardverbinding wordt verkregen door de
klemmenstrook
in de behuizing van de Masterswitch
met het centraal aardpunt van het schip / voertuig te
verbinden. Dit centrale aardpunt van het schip / voertuig
moet verbonden zijn met de scheepshuid / het chassis. De
aardleidingen van de verschillende bronnen en verbruikers
moeten met deze klemmenstrook in de Masterswitch
verbonden worden.
Wanneer het schip in zout water ligt en van een
landaansluiting gebruik maakt, bestaat er gevaar op
corrosie. Oorzaak hier van is een potentiaalverschil tussen
de aarde aan land en de aarde aan boord van het schip.
Dit probleem is op te lossen door de landaansluiting via
een scheidingstrafo op de scheepsinstallatie aan te
sluiten.
Mastervolt
scheidingstransformatoren leveren.
September 2007 / Masterswitch 25kW 230V-125A / NL
Aanduiding
L1
N
PE
voorzien
van
externe
Maximale toegestane in- en
uitgangsstroom
125 A
kan
hiervoor
geschikte